Leers: Generaal pardon was noodgreep
DEN HAAG (ANP) – Het in 2007 ingevoerde generaal pardon is weliswaar goed uitgevoerd, maar niet voor herhaling vatbaar. Het pardon heeft huidige problemen met langdurig asiel niet kunnen voorkomen. Dat zegt minister Gerd Leers (Asiel) in reactie op een evaluatie door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van de pardonregeling die 28.304 asielzoekers een verblijfsvergunning opleverde.
Volgens Leers was het generaal pardon „een noodgreep” om af te komen van een hoop lange asielprocedures. Beter is het nu in zijn ogen om procedures te versnellen zodat afgewezen asielzoekers niet langer dan nodig in ons land blijven.
Vreemdelingen die voor 1 april 2001 een eerste asielaanvraag hadden ingediend, kwamen in aanmerking voor het generaal pardon. Volgens het onderzoek is het gemeenten gelukt ’pardonners’ in relatief korte tijd huisvesting te bieden.
In de jaren 2007 tot en met 2010 zijn 12.417 ’pardonners’ met een inburgeringscursus begonnen, 6000 hebben die afgerond. Sommigen waren vrijgesteld van inburgering, zoals bijvoorbeeld kinderen. Uit de cijfers blijkt dat in 2009 de helft van de volwassen ’pardonners’ werkte of een studie volgde.
In totaal 6317 kandidaten voor het generaal pardon kregen dat uiteindelijk niet, bijvoorbeeld omdat hun verblijf in Nederland onderbroken was of omdat ze aangemerkt waren als een bedreiging voor de openbare orde. De Dienst Terugkeer en Vertrek zou zijn best doen ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk ’afvallers’ het land ook verlieten, maar dat is volgens het onderzoek maar beperkt gelukt. Vooral omdat een groot deel niet bereikt kon worden en waarschijnlijk al het land had verlaten, aldus de onderzoekers.