Crisis verandert bankenlandschap
De kredietcrisis laat haar sporen na in het Nederlandse bankenlandschap. De jongste verandering betreft het einde van de zelfstandigheid van Friesland Bank. Het zal waarschijnlijk niet de laatste aanpassing zijn.
Er was een periode dat met name ABN AMRO en ING, vooral in de jaren negentig, hun vleugels wijd uitspreidden. Zij pleegden de ene na de andere acquisitie en realiseerden daarmee een sterke wereldwijde expansie. De betrokken sector floreerde. Toen echter in 2008 de problemen binnen het mondiale bestel in alle hevigheid de kop opstaken, met oninbare schulden, grote risico’s en ingestort onderling vertrouwen, keerde het tij.
Zo bleek Fortis zich te hebben verslikt in de overname van ABN AMRO. De Nederlandse overheid behoedde het laatstgenoemde concern voor de ondergang door het volledig te nationaliseren. Het ligt in de bedoeling dat het over misschien enkele jaren zijn rentree op de beurs beleeft.
De wankele positie van ING dwong die partij tot het opnemen van staatssteun. Brussel verbond daar stevige voorwaarden aan, die onder meer inhouden dat de verzekeringspoot, bekend als Nationale-Nederlanden, moet worden afgestoten. Van de toonaangevende spelers hoefde alleen Rabo geen beroep te doen op hulp van buitenaf.
De financiële crisis, gevolgd door de recessie en een aanhoudend kwakkelende economie, bleef slachtoffers eisen. In 2009 sneuvelde DSB. Er bleek geen branchegenoot bereid om de bank van Dirk Scheringa de reddende hand toe te steken.
Friesland Bank klopte aan bij Rabo en vond wel een willig oor. Maar deze twee passen dan ook goed bij elkaar. Ze zijn immers allebei geschoeid op coöperatieve leest, zij ervaren geen druk van soms agressieve aandeelhouders. In een ver verleden vormden de Friezen een onderdeel van de Raiffeisenbank. Toen die in 1972 fuseerde met de Boerenleenbank tot de combinatie met de naam Rabobank, hadden de noordelingen al besloten hun eigen weg te gaan. Deze week kwamen ze alsnog uit bij de club waar ze gelet op hun historie het meest bij thuishoren.
Dat gebeurt overigens niet uit luxe, maar uit noodzaak. De resultaten van Friesland Bank zijn sterk verslechterd. Een flinke waardevermindering van het belang van bijna een kwart in Van Lanschot, de bancaire instelling voor rijke particulieren in Den Bosch, leidde in 2010 tot op nettobasis een verlies. De cijfers over 2011 zijn nog niet gepubliceerd, maar we weten al dat het negatieve saldo verder is opgelopen door een tweede, forsere afboeking op die participatie en door omvangrijke voorzieningen die nodig zijn in verband met klanten die hun betalingsverplichtingen niet meer kunnen naleven.
De ongunstige gang van zaken maakt het onmogelijk om via winstinhoudingen het eigen vermogen op te krikken. De raad van bestuur concludeerde dat het daardoor niet zou lukken geleidelijk aan grotere buffers aan te leggen, zoals de nieuwe kapitaalnormen, in het jargon Basel 3, voorschrijven. Het bedrijf zou op den duur niet voldoen aan de strengere solvabiliteitseisen.
Tegen die achtergrond zocht de bank, met hoofdvestiging in Leeuwarden, onderdak bij een krachtige partner, ten koste van de teloorgang van eigen naam en merk en een stukje Friese trots. De leiding heeft tijdig gehandeld en daarmee een scenario zoals dat zich voltrok rond DSB, met onrust onder spaarders, een bankrun en uiteindelijk een faillissement, afgewend. Wellicht werd zij aangespoord door De Nederlandsche Bank in de rol van toezichthouder, die na het fiasco in het Noord-Hollandse Wognum graag op zeker speelt.
Friesland Bank hield van „fatsoenlijk en puur bankieren, zonder opsmuk”, vermeldt het jaarverslag over 2010. „Wij hebben geen beleggingen in risicovolle landen als Griekenland, Portugal, Spanje Ierland of Italië.” Dat zijn beleidskeuzen die in deze tijd veel burgers aanspreken. Het is dan ook zuur dat de aanscherping van de internationale regels, bedoeld om problemen in de toekomst te vermijden, juist een onderneming als deze fataal wordt.
De vraag die menigeen stelt, luidt: wie volgt? De kans dat er onder de kleintjes nog meer herschikkingen in het bankenlandschap plaatsvinden, lijkt reëel. Namen die dan opduiken, zijn Van Lanschot, NIBC en ook SNS Reaal. Mogelijk blijken zij evenmin in staat om duurzaam zelfstandig te blijven opereren en laten ook zij zich op enig moment opslokken door een grote marktpartij uit binnen- of buitenland.