De razzia van Putten en het kruis van Goede Vrijdag
Het is een sobere gedenksteen, tegen de muur van de oude hervormde kerk in Putten aan. Maar achter de enkele woorden die erop zijn aangebracht, gaat een onzegbaar leed schuil. ”Vanhier werden zij weggevoerd, 1 en 2 october 1944”.
Daar, op het plein voor de kerk, stonden ze op maandagmorgen 2 oktober 1944 opgesteld: 659 mannen, tussen de 18 en 50 jaar oud. Ze hadden zich op bevel van de Duitsers moeten melden na een aanslag door de ondergrondse bij de Oldenallerse brug, tussen Nijkerk en Putten in. Doelwit was –in de nacht van zaterdag op zondag– een Duitse personenauto geweest, met daarin Oberleutnant Eggert, luitenant Sommer en twee korporaals.
In de loop van maandagmiddag worden de Puttenaren gedeporteerd. „Vijf in een rij, twintig rijen achter elkaar”, schrijft M. G. M. Mudde in zijn boekje ”Een goede raad en een grote troost”. „Na de eerste honderd mannen volgen er nog vijf groepen. De meesten zullen nooit meer in het dorp terugkeren.” Uiteindelijk zouden er in Putten en de omliggende buurtschappen 308 weduwen en 667 kinderen als wees achterblijven.
Mudde, woonachtig in Nijkerk, deed in het kader van zijn studie theologie in Utrecht onderzoek naar de preken van ds. L. Kievit over de Puttense razzia. Ds. Leendert Kievit, zoon van ds. I. Kievit te Baarn, deed op 26 augustus 1945 intrede in hervormd Putten. Voor de eerste keer althans: hij diende de gemeente tweemaal (van 1945-1952 en van 1957-1964). „Welke boodschap gaf Kievit de gemeente van Putten mee na de razzia van oktober 1944?” luidde Muddes hoofdvraag.
De belangstelling voor zijn scriptie, waaraan ook deze krant vorig jaar aandacht besteedde, bleek groot. Zo groot, dat de auteur nu in eigen beheer een heruitgave heeft doen verschijnen. Deze bevat een voorwoord van prof. dr. W. Balke uit Den Haag.
Ontroerd
De emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Vrije Universiteit toont zich „ontroerd” het getuigenis van ds. L. Kievit „na zoveel jaar te lezen.” De Heere had hem, aldus prof. Balke, „naar het woord van Jesaja 50:4 „een tong der geleerden geven”, „opdat ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken.” En dat blijkt vooral uit zijn prediking. Allen die hem gekend en gehoord hebben, zullen dat toestemmen.”
Prof. Balke, lid van de Gereformeerde Bond, heeft zowel vader als zoon Kievit van nabij gekend. Ook de gebeurtenissen in oktober 1944 herinnert hij zich nog heel goed, zo laat hij desgevraagd weten. „Wij woonden toen in Baarn. De berichten over de razzia in Putten drongen onmiddellijk tot ons door. Overigens hebben wij in Baarn ook wel eens een razzia meegemaakt, zij het op veel kleinere schaal. Daarbij sloegen de Duitsers op een gegeven moment een andere laan in en werd het gedeelte waar wij woonden overgeslagen, zodat mijn vader en oudste broer Cor niet meegenomen werden. De jongste zoon van ds. I. Kievit was onderduiker en mijn oudste broer was de enige die wist waar hij zich bevond. Hij onderhield het contact met hem tot de laatste Hongerwinter, toen ook hij niet meer op straat kon verschijnen zonder opgepakt te worden.”
Goede Vrijdag
Op de eenvoudige steen bij de Oude Kerk is ook een kruis zichtbaar. In zijn publicatie beschrijft Mudde een moment tijdens een herdenkingsbijeenkomst op 2 oktober 1984 dat in dit verband al vaker is aangehaald – maar indrukwekkend blijft om te lezen. Ds. Kievit verhaalde over een huisbezoek –„of was het rouwbezoek?”– dat hij samen met zijn ouderling Dirk Schuitemaker bracht aan een weduwe. Haar man had zij vlak voor de oorlog verloren, een zoon was in 1944 weggevoerd „en… ik heb hem nooit weer gezien.”
Ds. Kievit, zelf van 1918: „Wat zeg je dan? Je zei wat. „Och man”, zei ze: „je bent nog zo jong en je hebt niks meegemaakt.” En toen boog mijn ouderling zich wat naar voren en zei: „Vrouw, heb ik ook niks meegemaakt?” „Ja Dirk”, zei ze: „Jij bent ook een jongen kwijt.” „Ja twee”, zei hij toen. „En hoeveel had je er?” „Twee.” „O, Dirk”, zei ze: „Dat is haast nog erger. Twee jongens en twee kwiet, kun je dat begriepen?!” Toen zei hij: „God had één Jongen en Hij wilde hem kwijt voor jou en voor mij. Kun je dat begrijpen?” Ik ben dat antwoord nooit vergeten, want hij richtte zomaar het kruis op in het midden van het gesprek; in het midden van de nood en in het midden van de zorg. En dat alleen het kruis van de Heere Jezus Christus, troost en rust kan bieden. En die vrouw, die nog nooit had kunnen huilen, een jaar later nog niet, barstte in snikken uit, en zei: „Daar heb ik niet aan gedacht.””
Boekgegevens
Een goede raad en een grote troost – Onderzoek naar de preken van ds. L. Kievit na de Puttense razzia (1945-1952), M. G. M. Mudde, met een voorwoord van prof. dr. W. Balke; uitg. in eigen beheer, 2012; 104 blz.; € 9,95 + € 2,00 verzendkosten, te bestellen via mudde-kievit@solcon.nl.