Het inmiddels hoogbejaarde duo verkeert echter in slechte gezondheid. Ze worden daarom waarschijnlijk verhoord in hun ziekenhuisbedden in plaats van het strafbankje.

Het Turkse leger heeft vaker staatsgrepen gepleegd (ook in 1960, 1971), maar die van 1980 was wel de bloedigste. Honderdduizenden mensen werden gearresteerd, 250.000 werden aangeklaagd en 50 geëxecuteerd. Nog eens tientallen bezweken aan marteling en tienduizenden werden verbannen.

Evren en Sahinkaya zijn de enige leden van de militaire junta die nog leven. Dat ze nu voor de rechter moeten komen, wordt gezien als een nieuw hoofdstuk in het voortdurende overheidsoptreden tegen de ooit zo onaantastbare militaire top. Vorige maand begon de Turkse justitie ook al een proces tegen oud-legerchef Ilker Basbug, wegens een poging tot staatsgreep.

Evren en Sahinkaya riskeren levenslange celstraf als ze schuldig worden bevonden aan misdaden tegen de staat. Dat is de zwaarst mogelijke straf sinds Turkije in 2002 de doodstraf afschafte.

De junta heeft altijd gezegd met de staatsgreep een einde te willen maken aan de dagelijkse gevechten tussen rechtsextremisten en linkse groepen. Die gevechten zouden Turkije aan de rand van een burgeroorlog hebben gebracht, stelden de militairen.

Eenmaal aan de macht voerden de militairen een grondwet in die bepaalde dat generaals niet mogen worden vervolgd. Maar die bepaling is 2 jaar geleden geschrapt. In januari meldde het Turkse Openbaar Ministerie dat ze de twee generaals ging vervolgen.

Evren had zich sinds zijn pensioen amper in het openbaar vertoond. Hij besteedde zijn tijd sindsdien vooral aan het schilderen bij de zee.