Bij nacht en ontij palen heien langs de weg
IJSSELMUIDEN – Sinds de crisis werkt heier Harry van Dieren steeds vaker in opdracht van Rijkswaterstaat. Zijn bedrijf geeft viaducten, tunnels en ecoducten een stevige fundering.
In het relatief kleine wereldje van de heibedrijven heeft Hei- en waterwerken H. van Dieren zich een vaste plaats verworven. De grootvader van Harry en Alex, de huidige eigenaren van het bedrijf, begon in 1927 in Kampen met het slaan van houten palen. Harry wijst naar een foto aan de wand. Rondom een door stoom opgewekte machine staat een tiental mannen rondom een dikke houten paal. „Nu doen we dat met twee man, de heier en de machinist. Die werkt met een computergestuurde heistelling.”
Zijn vader, die het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog overnam, verhuisde een halve eeuw geleden van Kampen naar IJsselmuiden. Achter de woning van Van Dieren senior is het kantoorpersoneel ondergebracht in units. „Vroeger bespraken we het werk aan de keukentafel. We verblijven nu in units, omdat deze grond is bestemd voor woningbouw. Een groot deel van ons bedrijf is al over naar het nieuwe industrieterrein.”
Van Dieren heeft de beschikking over twaalf heistellingen. De zwaarste weegt 94 ton en is in staat om 27 meter lange palen tot op de centimeter nauwkeurig de grond in te slaan. De kleinste telt 2 ton. „Daarmee kun je overal gemakkelijk bij komen. We gebruiken die vaak voor verbouwingen.” Door de sterke groei in de woningbouw groeide het aantal werknemers rond de eeuwwisseling tot ongeveer 25. Via natuurlijk verloop is dat de voorbije jaren geleidelijk gedaald tot vijftien.
Werkte de vader van Harry en Alex nog vooral met zogenoemde dieselblokken, onder de laatste generatie deden de hydraulische heimachines hun intrede. Daarmee worden zowel betonnen als stalen buispalen de grond in geslagen. De nieuwste machines zijn geheel ommanteld en geïsoleerd. In de heiwereld is het lawaai dat de stellingen veroorzaken, een belangrijk gespreksonderwerp. „Mensen ergeren zich daaraan. De milieueisen zijn daardoor steeds verder verscherpt.” Harry prijst zich gelukkig dat hij, nog voor de crisis uitbrak, fors had geïnvesteerd in de aanschaf van zware, goed geïsoleerde heistellingen, die het geluid terugbrengen tot doffe klappen. „Die machines zijn in Nederland maar beperkt voorhanden. Bovendien is ons personeel gecertificeerd om onder allerlei omstandigheden en in lastige posities op een veilige manier hun werk te doen. Om die reden worden wij steeds vaker gevraagd door Rijkswaterstaat. We onderheien regelmatig tunnels, viaducten en andere kunstwerken.”
Van Dieren profiteerde van de maatregelen van de overheid, die enkele jaren geleden besloot een aantal infrastructurele werken versneld uit te voeren om de gevolgen van de crisis te verzachten. In de praktijk heeft dat voor de machinisten en heiers ertoe geleid dat hun werkzaamheden vaker bij nacht en ontij verricht moesten worden. „Langs spoor- en snelwegen kan in de praktijk alleen ’s nachts worden gewerkt. Als je in een middenberm moet heien, wordt het verkeer over één baan geleid en dat zou overdag te veel files veroorzaken.”
Het meer dan tachtig jaar oude bedrijf zag zijn werkgebied geleidelijk uitbreiden van de regio Kampen/IJsselmuiden naar geheel Nederland. Daarnaast is Van Dieren actief in Duitsland en België. „We hebben nu 400 tot 500 aannemers als klant. Grote en kleine. Zij nemen ons mee van het ene werk naar het andere. Zo hebben we al eens een klus in Polen gedaan. Enige tijd geleden leek het erop dat we gingen heien op Sint Maarten, maar de verschepingskosten bleken te hoog te zijn.”
De voorbereidingen vergen steeds meer tijd. „Bouwvergunningen, het verkeer, weersomstandigheden, alles speelt een rol. We moeten steeds flexibeler zijn, terwijl er ook steeds sneller moet worden gewerkt.”
De omzet van het bedrijf schommelt rond de 4,5 miljoen euro. Voor de komende tijd is er voldoende werk. Van Dieren denkt dat in de toekomst er vaker gebruik zal worden gemaakt van stalen buispalen, die de grond in worden geschroefd en daarna gevuld met beton. De pijp wordt later weer verwijderd. „Dan heb je geen lawaai, maar het is wel een duur proces.” Aan het aanbrengen van zogenaamde boorpalen –boren en tegelijk beton gieten– waagt hij zich niet. „Je weet nooit precies wat er onder de grond gebeurt. Wat dat betreft blijven we in ons werk altijd afhankelijk van de natuur.”
Hij verwacht dat de woningmarkt zich niet voor volgend jaar zal herstellen. „En dan zal het nog mondjesmaat gaan. We hopen daarom dat de overheid blijft inzetten op infrastructurele projecten.”