Kans op aanslagen in Nederland blijft klein
DEN HAAG (ANP) – De kans op een terroristische aanslag in Nederland blijft momenteel gering. Daarom blijft het dreigingsniveau ’beperkt’, schrijft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag aan de Tweede Kamer. Hij heeft het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland naar het parlement gestuurd.
De beperkte dreiging wordt met name veroorzaakt, doordat jonge mensen in westerse landen naar jihadistische strijdgebieden trekken om daar te trainen of deel te nemen aan de strijd. Na terugkeer kunnen zij een dreiging vormen voor westerse landen, waaronder Nederland.
De dader van de recente zeven moorden in Zuid-Frankrijk op militairen en een Joodse school is daar een voorbeeld van. De Franse politie schoot hem, Mohamed Merah (23), donderdag dood bij een poging om de terrorist te arresteren. Deze moorden zijn overigens nog niet meegenomen in het uitgegeven dreigingsbeeld.
Dat Nederland niet helemaal vrij van dreiging is, blijkt ook uit de aanhouding in maart van een terrorismeverdachte in Amsterdam-Oost. Bij de doorzoeking van de woning van deze 20-jarige man werden een ontstekingslont van 10 meter, aluminiumpoeder en een groot aantal dvd’s met jihadistisch beeld gevonden. Volgens het Openbaar Ministerie zocht de man de weken voor zijn arrestatie op internet naar handleidingen om zelf explosieven te maken.
Nederland en zijn inwoners zijn nog steeds doelwitten voor moslimextremisten, blijkt verder uit het dreigingsbeeld. Dat komt door de vermeende discriminatie van moslims, de door hen gevoelde belediging van de islam en de profeet Mohammed in Nederland en de deelname van ons land aan missies in islamitische landen.
Het is ’zorgwekkend’ dat het aantal jihadisten dat naar een strijdgebied reist, de afgelopen jaren is gegroeid. Deze strijders weten ook steeds vaker hun doel te bereiken. „Zij hebben de kennis en de contacten om nieuwe jihadreizen vanuit Nederland te organiseren”, staat in het dreigingsbeeld geschreven. „Ook kunnen zij hun opgedane strijdervaring gebruiken voor een aanslag in Nederland.”
Voor dit laatste zijn volgens minister Opstelten nu overigens geen concrete aanwijzingen.