Overheid moet vertrouwen burgers winnen
DEN HAAG (ANP) – Het vertrouwen van de burgers in de overheid staat fors onder druk. Van een vertrouwensbreuk is geen sprake, maar de overheid moet wel investeren om het vertrouwen van burgers te winnen. Dat stelde de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer woensdag bij de presentatie van zijn jaarverslag 2011.
Brenninkmeijer vindt dat het huidige kabinet te veel kijkt naar het maken van nieuwe wetten en regels. Maar die dragen niet bij aan het kweken van vertrouwen, aldus de ombudsman. „Effectieve communicatie tussen overheid en burger, snel herkennen van opkomende spanningen en conflicten en deze praktisch oplossen, doen dat wel. De Tweede Kamer zou daarom niet alleen aan nieuwe weten en regels moeten denken. Die neiging heeft de politiek nu wel”, zegt Brenninkmeijer.
De overheid zou op haar beurt bovendien veel meer vertrouwen moeten hebben in burgers en werk moeten maken van een behoorlijke dienstverlening. „De burger is voor veel overheidsdiensten een nummertje geworden, terwijl het leven van de burger steeds meer en vaker wordt bepaald door wetgeving en regels van die overheid.” Dat leidt tot spanning in de onderlinge relatie, ook omdat veel wetgeving is gebaseerd op wantrouwen van de overheid in de burger. Zo is wetgeving rond sociale zekerheid zo strikt geregeld dat ook op een kleine overtreding een zware sanctie of repressie staat, aldus Brenninkmeijer.
Dat het vertrouwen onder druk staat, heeft volgens de ombudsman onder meer te maken met het huidige economische klimaat, maar ook met de grote politieke tegenstellingen. Het is volgens Brenninkmeijer goed dat het kabinet laat zien welke daden het stelt. „Maar alleen daden stellen is niet genoeg. Mensen moeten goed geïnformeerd worden. De overheid, bijvoorbeeld de Belastingdienst of het UWV, moet uitleggen waarom mensen iets moeten terugbetalen. En niet alleen omdat de computer dat meldt.”
Veel wetgeving is voor de burger ook veel te ingewikkeld. Dat komt onder meer doordat wetsvoorstellen in de politieke arena van de Tweede Kamer worden aangepast. Brenninkmeijer pleit dan ook voor simpelere wetgeving. „Dat is moeilijk”, realiseert hij zich. „Maar het is wel mogelijk. Het vraagt discipline.” Als voorbeeld geeft hij de wetgeving rondom de verlenging van het rijbewijs voor 70-plussers. „Het CBR krijgt daar veel klachten over, want die is onduidelijk. Wie draait bijvoorbeeld op voor de kosten van de medische test? Het kabinet moet niet alleen vooruitkijken en nieuwe regels verzinnen, maar ook terugkijken en kijken wat beter kan.”