De Occupy’ers moeten weg omdat ze zich onder meer niet houden aan de regels voor brandveiligheid die de gemeente aan het protest had gesteld. Ook slapen er ’s nachts geregeld meer dan vier mensen, wat niet mag.

Occupy nam half oktober bezit van het Beursplein. Aanvankelijk bezetten de demonstranten het hele plein. Later moesten zij hun kamp inkrimpen en zich aan strengere eisen van de burgemeester houden.

De laatste tijd zijn er minder actievoerders op het Beursplein, terwijl alcoholisten en daklozen er wel hun weg naartoe vinden. Dat gaat volgens Van der Laan samen met „overlast en onrust.”

De burgemeester overlegde regelmatig met de demonstranten en vroeg ze om uiterlijk 15 maart met een alternatief voor het protest op het Beursplein te komen, zoals een kamp bij de Zuidas. De betogers hebben echter geen andere plannen voorgesteld. Als zij hun kampement alsnog willen opslaan op de Zuidas, kunnen zij daarvoor alsnog toestemming vragen.

De gemeente geeft wel toestemming voor een wekelijkse demonstratie op zondag op het Beursplein van 11 maart tot en met 20 mei. Een Occupy’er wil dan protestliederen laten horen en koffie en thee en koffie serveren. Daarvoor wil hij een tent, een podium en spandoeken gebruiken. Dat mag, als hij maar binnen een redelijke tijd op- en afbouwt.

Vorige maand zei de burgemeester tegen de leden van de gemeenteraad dat hij de Occupy’ers niet te veel wilde pushen om hun tentenkamp op te breken. Dan zouden ze volgens hem juist minder snel hun biezen pakken. Dat kwam hem op kritiek van collegepartij VVD en oppositiepartij D66 te staan.

Ook in andere steden worden burgemeesters ongeduldig. Zo moet Occupy in Rotterdam uiterlijk 31 maart het Beursplein in de Maasstad hebben verlaten, omdat dan het terrassenseizoen begint.