Burgemeester Eberhard van der Laan verleende de vergunning niet op basis van de wet Bibob. Hij vreesde dat de hallen werden gefinancierd met witwasgelden. Ook bestond volgens hem het gevaar dat de exploitanten de vergunningen zouden gebruiken om strafbare feiten te plegen. Het CBb stelde Amsterdam voor het eerste argument in het gelijk. De tweede reden vond het college echter onvoldoende gemotiveerd.

Voor de exploitatie van de hallen is 4 miljoen euro geleend, grotendeels via een onderhandse lening. De rechtbank in Amsterdam veroordeelde de financier in 2010 voor witwassen. Volgens het CBb nam de burgemeester dat vonnis terecht als leidraad, of de exploitanten nu wel of niet wisten dat het om witwasgelden ging.

De man achter de gokhallen is Marcel Kaatee. Hij was medeverdachte in de afpersingszaak tegen Willem Holleeder, waarin Holleeder tot 9 jaar cel is veroordeeld. Kaatee is in hoger beroep vrijgesproken. Justitie beschouwde hem als de financiële man van Holleeder.

Deze uitspraak is definitief; hoger beroep is dus niet mogelijk.