„Mag het een bolletje meer zijn?”
Dik 30 graden? IJs! „We verkopen meer bij een graad of 23.”
De zon zindert maandagmiddag boven de Veluwe. Wild is er niet te zien. Fietsers zoeken verkoeling onder de bomen.
„Iedereen denkt dat dit goed weer is om ijs te verkopen, maar het is niet super”, zegt Bob Vogelsang. „Oké, misschien bij een strand of zwembad, maar niet hier. Mensen bewegen minder. Kijk om je heen, dit moet een fietsdag zijn.”
Terwijl Vogelsang het zegt melden zich drie fietsers bij zijn ijskar. Rode hoofden verraden vele kilometers in de zon. Handig prijst Vogelsang zijn favoriet aan: een eetbaar bakje met drie bolletjes ijs, slagroom en chocolade- of aarbeiensaus. „U gaat smullen, mevrouw. Als u het niet lekker vindt, mag u terugkomen. Krijgt u uw geld terug en nog 5 euro toe.”
Met de temperaturen stijgen ook de winstverwachtingen van de ijsboeren. Ola, een van de grootste ijsproducenten van Nederland, verwacht recordverkoopcijfers. Koud om het hart wachten de Magnums, raketten en andere producten op de smachtende consument. Die moet voor het ijsje diep in de portemonnee tasten. Zo erg als in bijvoorbeeld Frankrijk zal het niet zijn. In Normandië durven ze rustig 2,50 euro te vragen voor een Magnum.
Vogelsang (51) staat met zijn ijskar op het Caitwickerzand, een zandverstuiving tussen Kootwijk en Garderen. De plek ligt pal langs de A1, de snelweg van Amersfoort naar Apeldoorn. „Er zijn mensen die speciaal afslaan voor mijn ijs.”
IJs bij Vogelsang gaat per bolletje: 75 cent. „Dat is niet goedkoop. Maar ik lever wel iets speciaals.” De keus is uit twaalf smaken. Van vanille tot crocantino. Of het prijswinnende hazelnoot. „Serveren ze ook in het Amstel Hotel in Amsterdam.”
Het goedkoopste ijsje doet 1,50 euro, het duurste passeert de 6 euro. Meer dan dertien ouderwetse Hollandse florijnen voor een paar minuten verkoeling. Duur? „Het is kwaliteit.” Een klant mengt zich in het gesprek: „Een ijsje kost 3 euro, maar smaakt naar 4 euro.”
’s Avonds bepaalt Vogelsang aan de hand van het weerbericht hoe laat hij de volgende morgen uitrukt. Het opzetten van de kar, het aansluiten van een aggregaat en het afzetten van een stukje grond kost toch gauw drie kwartier. Hoe laat de winkel op slot gaat? „Als er niemand meer komt. Bellen ze van de camping in Kootwijk dat ze met twintig man komen, dan blijf ik nog even staan.”
Hoeveel liter hij per week omzet, houdt de ijsboer liever voor zich. Vanmiddag heeft hij twaalf bakken van 5 liter bij zich. En dat keer drie maakt 180 liter ijs. „Nee verkopen doe ik nooit.” Boven de bakken is het min 16 graden Celsius. „De lekkerste temperatuur.”
In augustus 1995 was het Caitwickerzand het toneel van een enorme bosbrand. De brandweer evacueerde Vogelsang. „De volgende dag was ik weer terug. Werden de beste twee weken ooit. Alles was afgesloten voor auto’s. Iedereen kwam kijken op de fiets.”
Softijs verkoopt de mobiele ijsboer niet. Daarvoor moet je hemelsbreed een paar kilometer verderop bij Halte Assel zijn. Voor 1 euro draait Marijn Hulsbergen een forse toren op het hoorntje. „Verkoeling voor de mensen, goede handel voor ons.”
Het terras van de uitspanning langs de spoorlijn van Amersfoort naar Apeldoorn zit vol. Onder de bomen eten mensen ijs. „Al gaan de drankjes misschien nog wel beter”, vindt Hulsbergen. Absolute nummer 1 is Lipton Ice Tea.
Halte Assel draait deze dagen „een kwart meer” omzet dan normaal. Zondag is de absolute topdag, vinden Hulsbergen en Vogelsang.
Er meldt zich een klant. Hij wil een klein ijsje. Vogelsang, zonder met z’n ogen te knipperen: „Mag het een bolletje meer zijn?”
Dit is de eerste aflevering van een serie artikelen over de hittegolf die Nederland treft.