Afgelopen weekeinde meldde Bild am Sonntag dat de voormalige echtgenoot van een van de ontvoerden, Karl-Heinz Spitzer, had gezegd dat de regering „de afgelopen maanden te veel kansen heeft gemist.” Spitzer, wiens ex-vrouw Michaela Spitzer door een zonnesteek om het leven zou zijn gekomen, zei ook dat Berlijn niet genoeg druk op de Algerijnse autoriteiten heeft uitgeoefend.

Een woordvoerster van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken noemde de kritiek maandag niet gerechtvaardigd. Zij benadrukte dat de regering in Berlijn al het mogelijke doet om de veertien resterende ontvoerden ongedeerd vrij te krijgen.

In februari en maart dit jaar werden in totaal 32 Europese toeristen ontvoerd terwijl zij een tocht maakten door de Algerijnse woestijn. Zeventien van hen konden in mei worden bevrijd. De president van Mali, Amadou Touré, zei vorige week dat hij van Duitse zijde had vernomen dat de resterende ontvoerden naar Mali waren overgebracht. De Malinese minister van Veiligheid en Burgerbescherming, Souleyman Sidibe, zei maandag evenwel dat er geen bewijs is dat zij in Mali zijn. Hij verklaarde dat de Duitse autoriteiten kennelijk meer weten dan zijn regering.

De Franstalige Algerijnse krant El Watan meldde vanuit Mali dat zes toeristen ziek zijn en snel hulp nodig hebben. Het blad zei de informatie te hebben van Malinese bronnen die nauw betrokken zijn bij de onderhandelingen.

In onbevestigde berichten is gemeld dat de ontvoerders, naar wordt aangenomen leden van de Algerijnse Salafisten Groep voor Prediking en Strijd, 4,6 miljoen euro losgeld per toerist eisen. In totaal zou het gaan om een bedrag van 64,4 miljoen euro. De groep is in verband gebracht met al-Qaida.

De Duitse regering weigert elk commentaar op deze berichten. In Duitse media wordt gespeculeerd dat het losgeld zal worden voorgeschoten door Mali, dat vervolgens schadeloos zou worden gesteld via ontwikkelingsgelden.