Economie

Kabinet wacht economische vuurproef

De komende weken wacht het kabinet niets minder dan een economische vuurproef. Maar de marges zijn smal.

Marcel ten Broeke
24 February 2012 21:28Gewijzigd op 14 November 2020 19:34
Foto ANP
Foto ANP

Donderdag is de grote dag: dan presenteert het Centraal Planbureau (CPB) zijn verwachtingen over hoe het de Nederlandse economie de komende jaren zal vergaan en wat de gevolgen zijn van de huidige krimp voor het huishoudboekje van de staat.

Duidelijk is al wel dat die gevolgen niet mals zullen zijn. Verwacht wordt dat het kabinet zo’n 10 miljard euro extra zal moeten besparen, wil het zich althans houden aan de eisen die Brussel Nederland stelt.

Dat bedrag van 10 miljard euro lijkt op het eerste gezicht te overzien. Tenminste, in relatie tot de 18 miljard euro die het kabinet al bij zijn start in 2010 van de staatsuitgaven besloot af te snoepen. Wie echter bedenkt dat die „18 miljard” voor ‘slechts’ 9 miljard aan échte bezuinigingen bevat –en voor het overige vooral lastenverzwaringen en overgenomen beleid van Balkenende-IV betreft–, snapt dat de nieuwe taakstelling geen sinecure is.

Zeker nu het laaghangende fruit al wel zo’n beetje is geplukt, doen de gesprekken die premier Rutte, PVV-leider Wilders en CDA-vicepremier Verhagen vanaf 5 maart zullen voeren in het Haagse Catshuis, weinig onder voor de eerdere formatieonderhandelingen.

Nu komt bezuinigen politici nooit goed uit, maar in het huidige tijdsgewricht gaat dat wel heel erg op. Juist op het moment dat de economie –doordat consumenten het meer en meer af laten weten– een flinke steun in de rug zou kunnen gebruiken, weet het kabinet zich door Brussel gedwongen de hand op de knip te houden.

Naast die dwingende ogen uit Brussel heeft het kabinet het zichzelf overigens ook lastig gemaakt. Aan het begin van de kabinetsperiode schreven CDA, VVD en PVV begrotingsregels die aanzienlijk strenger zijn dan in voorgaande jaren.

Van de marsroute die de partijen eind 2010 hebben ingezet, en die Nederland in 2015 zo ongeveer terug zou moeten brengen op een sluitende begroting, mag niet meer dan 1 procentpunt worden afgeweken. Gebeurt dat wel, dan moet er extra worden bezuinigd.

Dat punt werd vorig jaar al bereikt, maar voor de komende begrotingsbeslissingen is het geraamde tekort in 2013 bepalend. En dat moet het CPB donderdag aanleveren.

Waar de regels uit Brussel en de zelfverkozen begrotingssys­tematiek het kabinet dwingen de broekriem een paar gaatjes verder aan te halen, groeit de kritiek op een dergelijk beleid.

Volgens een keur aan economen, politici en internationale organisaties als het IMF dreigt Nederland voorzichtig herstel –dat op zijn vroegst pas aan het einde van het jaar in zicht zou kunnen komen– eigenhandig de nek om te draaien door extra op de rem te gaan staan.

De vrees is dat meer bezuinigen het herstel zó schaden dat er uiteindelijk minder geld in de kas van de overheid stroomt in plaats van meer.

De voorgestelde medicijnen lopen echter nogal uiteen. Waar de SP onder leiding van Roemer bepleit om Brussel vooral Brussel te laten en nu juist geld in de economie te pompen, roepen progressievere partijen als D66 juist op om een trits aan langetermijnhervormingen door te voeren, onder meer op de woning- en arbeidsmarkt.

Dergelijke hervormingen brengen weliswaar op korte termijn geen geld in het laatje, maar beperken de staatsuitgaven op de langere termijn.

Toch lijkt het kabinet er veel aan gelegen ook al op korte termijn orde op zaken te stellen, bang als het is dat de financiële markten hun vertrouwen in de Nederlandse financiële degelijkheid zouden verliezen.

Minister De Jager van Financiën hamerde er de achterliggende weken veelvuldig op dat Nederland weliswaar op dit moment nog de hoogste kredietwaardigheidsstatus bezit (AAA), maar dat ons land een vreemde eend in de bijt is. De landen met wie ons land deze toppositie deelt (Duitsland, Luxemburg en Finland), doen het economisch veel beter en staan er qua schuldenpositie fors sterker voor. De Jager vreest dat een neerwaartse bijstelling van de kredietwaardigheid Nederland via een hogere rente duur kan komen te staan.

Dat uit groeiprognoses van de Europese Commissie deze week bleek dat in de EU alleen Griekenland, Portugal, Italië en Spanje slechter scoren dan Nederland, is in dit verband een veeg teken. Het maakt de puzzel er voor de coalitie –lanceren we langetermijnhervormingen of komen we met keiharde kortetermijndoelstellingen?– er alleen maar lastiger op.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer