Kandidaat Donselaar moest in drie weken beslissen over vier beroepen
ZUILICHEM – Vier beroepen kreeg kandidaat N. A. Donselaar nadat hij in 2009 was toegelaten tot de dienst van het Woord. Hij ging naar de hersteld hervormde gemeente te Zuilichem-Nieuwaal. „De Heere heeft duidelijk gesproken door Zijn Woord.”
Jarenlang werkte ds. Donselaar (42) in het autobedrijf van zijn vader in Oosterland. Gaandeweg groeide het verlangen om predikant te worden. Na gesprekken hierover met ds. J. Joppe uit Sirjansland begon hij in 2002 aan de Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO) van de Gereformeerde Gemeenten. Nadat hij zijn propedeuse had gehaald, ging hij theologie studeren in Utrecht.
In 2006 begon hij aan het Hersteld Hervormd Seminarie op de Vrije Universiteit met de masteropleiding. Vanaf dat moment deed hij ook pastoraal werk in Kruiningen. Later kwamen Melissant, Terneuzen en Sirjansland daarbij.
Preekbevoegdheid kreeg Donselaar in september 2007. „Op tweede kerstdag preekte ik in de vacante gemeente te Nieuwaal. Twee jaar eerder had ds. J. G. Blom gezegd: „Ik hoop dat Zuilichem-Nieuwaal je eerste gemeente wordt.” Hij was daar zelf ook begonnen.”
Op de universiteit was het beroepingswerk soms onderwerp van gesprek. „Docent ds. R. van Kooten zei: „Als je in een gemeente bent voorgegaan die je beroepen heeft maar waar je niet naartoe moet, merk je dat hoe verder je er vandaan rijdt, hoe verder ze van je af komt te staan. Maar de gemeente die de Heere in je hart heeft gelegd, reist met je mee.””
Tijdens zijn vicariaat bij ds. Joppe in Sint Maartensdijk kwam het beroepingswerk ook ter sprake. „Hij had net enkele beroepen gehad en deelde met mij de strijd die dat kan meebrengen. In die tijd kreeg hij ook een beroep uit Zuilichem-Nieuwaal. Hij bedankte.”
Al voordat kandidaat Donselaar beroepbaar werd, kreeg hij een telefoontje uit Zuilichem. „De kerkenraad wilde een gesprek omdat hij overwoog een beroep op mij uit te brengen als ik het colloquium had gehaald. Later sprak ik ook met de kerkenraad van Sint Annaland.”
Op 2 oktober 2009 werd hij beroepbaar gesteld. De volgende dag werden er twee beroepingsbrieven bezorgd, van de gemeenten te Zuilichem-Nieuwaal en Sint Annaland. In de periode daarna stonden ook de kerkenraden van Melissant en Loon op Zand op de stoep. „Toen lagen er vier beroepen. En ik kon maar één gemeente het jawoord laten horen. In drie weken tijd moest ik beslissen. Dat was heel intensief.”
Allerlei gedachten en overwegingen speelden door zijn hoofd. „Als rationele argumenten doorslaggevend zouden zijn, lag Sint Annaland of Melissant het meest voor de hand, beide hemelsbreed nog geen 20 kilometer van Oosterland. M’n vrouw zag er erg tegen op uit die streek te vertrekken, weg van het ouderlijk huis, mede omdat haar moeder kort daarvoor was overleden. Zeker in Melissant, waar ik pastoraal werker was, proefde ik ook een zekere verwachting en hoop dat ik het beroep zou aannemen.”
Belangrijker dan het bezichtigen van kerken en pastorieën was voor Donselaar het voorgaan in een eredienst en het gesprek met de kerkenraad. „Je moet verbondenheid rondom het Woord ervaren, maar dat is niet genoeg. Belangrijk is ook hoe de ambtsdragers met het beroepingswerk omgaan. Is het een vanzelfsprekendheid –we zijn vacant, dus we gaan beroepen–, of wordt er geestelijke nood gevoeld?”
Op de zondag dat hij in Nieuwaal voorging, ervoer ds. Donselaar een sterk verlangen om deze gemeenten te mogen dienen. De zekerheid dat hij het beroep mocht aannemen had hij echter nog niet. „Ik zei zoals Mozes: „Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!””
In een nacht dat hij de slaap niet kon vatten, pakte hij z’n Bijbel. „Ik las Jesaja 40: „Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden.” Elk woord trof doel. Het was de bevestiging dat we als gezin naar Zuilichem-Nieuwaal mochten.”
De volgende avond moest hij nog voor een officiële kennismaking naar Melissant. „Dat leverde strijd op, omdat de Heere zo duidelijk had gesproken. De ouderling liet die avond Psalm 119:25 zingen: „Gedenk aan ’t woord, gesproken tot uw knecht, waarop Gij mij verwachting hebt gegeven.” Toen was het helemaal duidelijk. Op weg naar huis kreeg ik een kerkenraadslid uit Nieuwaal aan de lijn en heb ik gezegd dat ik het beroep met veel vrijmoedigheid en veel blijmoedigheid mocht aannemen.”
Ruim twee jaar is ds. Donselaar nu aan beide gemeenten verbonden. Hij werd erin bevestigd dat dit de plek is waar de Heere hem riep. „Bijzonder is dat ook mijn vrouw bijna geen moment heimwee heeft gehad. Ze voelt zich hier bijzonder thuis. Ik ben wel eens verwonderd over hoe de Heere alles heeft geleid.”