Doopvont Koninginnekerk Rotterdam terug
ROTTERDAM – In het Schielandhuis in Rotterdam staat sinds kort de doopvont van de in 1972 gesloopte Koninginnekerk in de Maasstad. Het voorwerp is geschonken door iemand die het in de tuin had staan.
Aan weerszijden van de stenen doopvont staan versierende stenen ornamenten, groen uitgeslagen van het buiten staan. „We hebben nog geen tijd gehad om de doopvont goed schoon te maken”, zegt Elles van Vegchel, projectleider van een kleine tentoonstelling over de Koninginnekerk in Het Schielandhuis. „Het museum is blij met deze aanwinst en zal proberen er een plaats voor te vinden in de vaste collectie.”
De schenking van de doopvont is een van de blijken van betrokkenheid van Rotterdammers bij ‘hun’ Koninginnekerk. Van Vegchel wijst naar een vitrine waar nog meer dingen liggen waar mensen mee aankwamen: een stuk van een koperen dakrand, een gedeelte van een glas-in-loodraam, leien van het dak en een muurlamp. De lamp is afkomstig van een dochter van de handelaar in tweedehands meubilair die een gedeelte van de inboedel gekocht had. Een andere lamp heeft ze in haar woonkamer hangen. De aanwinsten liggen bij een Bijbel met de naam van de kerk op de omslag en de sleutel van de buitendeur. De deur zelf is het pronkstuk van de tentoonstelling, die verder grotendeels uit foto’s, affiches en ander illustratiemateriaal bestaat.
Aanleiding voor de tentoonstelling was de expositie van een serie schilderijen van beeldend kunstenaar Jan Wagner over de Koninginnekerk aan de Boezemsingel, die veertig jaar geleden werd gesloopt. Ze hangen nu in Het Schielandhuis, onderdeel van Museum Rotterdam. Wagner, die juist zelf even komt kijken, zegt dat hij bezig is met een serie van in totaal veertig schilderijen over de kerk, die later dit jaar geëxposeerd zullen worden in Galerie Kralingen. Hij schildert allerlei zaken rond het thema verval, zoals de verwoesting van Rotterdam in 1940 en die van Sarajevo in de jaren negentig van de vorige eeuw.
De kunstenaar vindt het vreselijk jammer dat de Koninginnekerk gesloopt is en noemt het een „gebrek aan historisch besef.” „Het zou nu niet meer gebeuren”, voegt hij eraan toe. Maar dadelijk relativeert hij die woorden weer: „Nou ja, je weet het nooit.”
De Koninginnekerk was een markant gebouw met twee opvallende torens en een groot roosvenster. De hervormde gemeente nam het bedehuis, een ontwerp van het architectenbureau Hooykaas en Brinkman, op 1 april 1907 in gebruik. Behalve door de monumentale vormgeving viel het gebouw op door een rijke detaillering en symboliek.
Tijdens en na de oorlog deed het dienst als concertzaal. Concertgebouw de Doelen was tijdens het bombardement in mei 1940 verwoest. De Koninginnekerk stond iets buiten het centrum. De kerk was als concertzaal in gebruik tot 1960. Het is dus geen wonder dat veel Rotterdammers de kerk kennen.
Daarna werden er voor korte tijd kerkdiensten in de Koninginnekerk gehouden. Teruglopend kerkbezoek en stijgende onderhoudskosten leidden tot het besluit de kerk te slopen. Er kwam veel protest tegen de plannen. Ook daarvan is nu nog iets te zien en te horen. Aan de muur hangen foto’s van een meterslang spandoek op de kerk met de woorden: „De Koninginnekerk moet blijven.” Daarnaast hangt een affiche met de tekst: „Wat de nazi’s lieten staan, dat gaat er nu wel aan.” Er is ook een videofragment van het actualiteitenprogramma Hier en Nu, waarin mensen fel ageren tegen de sloop. Het mocht allemaal niet baten. De laatste dienst vond plaats op 31 december 1972. Het jaar daarop werd het gebouw gesloopt. Op de lege plek kwam verzorgingstehuis Hoppesteyn. In 2000 verrees er de Koninginnetoren, een flat met een koperen bekroning die herinnert aan de toren van de Koninginnekerk.
De Koninginnekerk was de eerste Rotterdamse kerk in een reeks godshuizen die gesloopt en afgestoten werden. Onder meer de Wilhelminakerk (1973) en de Pauluskerk (2007) ondergingen hetzelfde lot.