Vijftig jaar houtsnijden op de Veluwe
GARDEREN – Het oordeel van Salomo, de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan of een roedel edelherten in de bronsttijd. Houtsnijder Gert van Middendorp vervaardigde in de loop der jaren talloze Bijbelse taferelen en andere afbeeldingen in hout. Deze week viert hij zijn vijftigjarig jubileum.
Zijn eerste atelier is het washok in de oude boerderij in Garderen waar hij opgroeit. „Op maandag kon ik dus niet werken”, lacht Van Middendorp. Vier jaar later, in 1966, vestigt hij zich met zijn leermeester Boke Dijkstra in Elspeet en gaat hij houtsnijwerken op bestelling leveren, na een aantal jaar standaard onder de naam Firma Tolé.
Tolé is Bataks voor ”voortgaan”. De houtsnijder heeft het woord ontleend aan een zendeling die in Sumatra onder de Bataks werkte. „Hij gebruikte het als wachtwoord. Ik vind dat een mooie gedachte. Het zendingswerk moet doorgaan in afhankelijkheid van God. Zo is dat ook bij houtsnijden. Doorzetten is in dit vak heel belangrijk.”
Firma Tolé verwerft al snel grote bekendheid, mede dankzij het Reformatorisch Dagblad, dat in die tijd wordt opgericht. Via advertenties in de krant weten Van Middendorp en Dijkstra een groot publiek te bereiken. In die tijd schieten reformatorische instellingen als paddenstoelen uit de grond. Firma Tolé levert heel wat houtsnijwerken voor kerken, scholen en bedrijven.
In 1979 gaan Dijkstra en Van Middendorp zelfstandig verder. Na jaren waarin de opdrachten binnenstromen, besluit Van Middendorp in 2008 minder te gaan werken en verhuist hij naar zijn geboortedorp Garderen. In de praktijk is hij echter nog vaak in zijn atelier te vinden. „Het loopt toch snel weer uit de hand”, zegt hij lachend.
Gave
In een paneel gaan vaak tientallen uren werk zitten, zeker omdat Van Middendorp veel belang hecht aan een zorgvuldige afwerking. „Je moet kwaliteit leveren. Als de Heere je een gave gegeven heeft, is het je plicht om die zo goed mogelijk te gebruiken.”
Het besef dat je een gave gekregen hebt, bewaart ook voor hoogmoed, stelt hij. „Ik hoef mijn pols maar te breken en ik kan niets meer. Alles moet ik doen in afhankelijkheid van de grote Schepper. Als God je Vader is, mag je Hem ook om hulp vragen in praktische dingen.”
Het is een ideaal van Van Middendorp om als vakgenoten ook elkaar te ondersteunen. „Graag had ik een vereniging voor houtsnijders opgezet, maar het is er niet van gekomen. Ik vind dat je niet bang moet zijn voor je concurrent, maar juist moet samenwerken. Dan kun je opdrachten naar elkaar doorspelen en kan iedereen doen wat hem het beste ligt.”
Van Middendorp houdt zelf het meest van het vrije werk. „Ik vind het leuk als mensen summiere aanwijzingen geven en mij een ontwerp laten maken. Ooit heb ik voor iemand een paneel gemaakt van de kinderen die tot Jezus werden gebracht. Ik vind het mooi om veel symboliek te gebruiken. Zo heb ik er een put afgebeeld als verwijzing naar de bron van leven en heb ik ook een kreupele jongen uitgesneden. Eerst stond er ook een ezel in het ontwerp, maar die paste toch niet mooi in het geheel. Daar heb ik toen een farizeeër van gemaakt die de Heere Jezus de rug toekeert.”
Het paneel is een van de werken die volgende week te zien zijn in een gratis tentoonstelling in Terschuur. Naar aanleiding van zijn jubileum wordt zaterdag ook een boek gepresenteerd over leven en werk van Van Middendorp.
Klus
Het opzetten van de expositie was een hele klus, vertelt Van Middendorp. „Mijn werk hangt overal in het land en het gaat soms om grote stukken. Het paneel van het Van Lodenstein College in Hoevelaken is bijvoorbeeld 7,5 bij 2 meter.”
In verband met de voorbereidingen voor het jubileum heeft Van Middendorp momenteel niet zo veel houtsnijwerk onder handen. Het atelier achter zijn huis is opgeruimd: geen houtsnippers, nergens stof en geen half afgemaakte kunstwerken. Toch is het duidelijk de werkplek van een houtsnijder. Het ruikt naar hout en aan de muur hangen allerlei werkstukken.
Op één ervan zijn tegen een donker gebeitste achtergrond de contouren van een kerk uitgesneden. Daar binnen heeft Van Middendorp gedetailleerd zeven bestaande kerkgebouwen afgebeeld. „Kijk, dit is de hersteld hervormde kerk van Garderen”, wijst de houtsnijder. „En hier links zie je de gereformeerde gemeente van ’s-Gravenzande.”
Met het paneel wil Van Middendorp het belang van kerkelijke eenheid laten zien. „In al die jaren heb ik te maken gehad met christenen van allerlei verschillende kerken. Maar het fundament is als het goed is overal hetzelfde: Christus.”
De tentoonstelling is van 20 tot 25 februari tussen 10.00 en 16.00 uur te zien in ’t Lösse Hoes bij Huize Terschuer in Terschuur.