AIVD: Internet is kraamkamer voor jihadisten
ZOETERMEER (ANP) – Steeds meer mensen uit steeds meer landen raken via internet in contact met radicale jihadisten. Internetfora waarop deze jihadisten actief zijn, vormen voor een belangrijk deel de dreiging tegen het Westen. De AIVD zegt in een rapport, dat dinsdag is gepubliceerd, dat het internet zich de afgelopen 10 jaar heeft ontwikkeld tot een kraamkamer van jihadisten.
Wereldwijd zijn circa 25.000 jihadisten, afkomstig uit 100 landen, actief op radicale websites die niet zijn terug te vinden zijn via zoekmachines. De AIVD heeft geen exacte cijfers van hoeveel Nederlanders deze fora bezoeken, maar het gaat om een beperkte aantallen. De websites maken het gemakkelijk voor westerlingen om in contact te komen met jihadisten in gebieden als Afghanistan en Jemen. Het gevaar van deze websites wordt in Nederland onderschat door onder anderen politici, journalisten en wetenschappers.
De internetfora worden bezocht door jihadisten die bereid zijn aanslagen te plegen, maar ook door zogenoemde ’schreeuwers’ die niet tot actie overgaan, maar wel het radicale gedachtegoed aanhangen. Op de websites vinden discussies plaats die uiteindelijk oproepen en toewerken naar geweld tegen de ’ware vijanden van de islam’. Deze fora worden overigens niet beheerd door jihadistische organisaties als al-Qaeda, maar dergelijke organisaties zijn wel actief op deze websites.
Naar schatting slechts 0,2 procent van het internet is ’zichtbaar’, of in ieder geval te vinden met behulp van zoekmachines. De radicale jihadistische sites bevinden zich op het onzichtbare deel. Volgens Rob Bertholee, hoofd van de AIVD, worden de websites steeds professioneler. Ze zijn steeds vaker versleuteld achter codes en als de sites worden geblokkeerd, duiken ze in korte tijd weer op.
De AIVD stelt ook dat tientallen aanslagen zijn verijdeld, doordat daarover op internet informatie voorhanden was. Het gaat daarbij onder meer om informatie over het plannen van aanslagen, doelen, maar ook de handel in middelen om aanslagen te plegen. De inlichtingendienst kan echter niet ingaan op specifieke gevallen.