Jorrit (16): Toezicht houden geeft mij een kick
HARDINXVELD-GIESSENDAM – „Toezicht houden in je eigen buurt is prachtig om te doen. Je kunt wat voor de mensen in de wijk betekenen.” Met zijn 16 jaar is Jorrit de Haas de jongste toezichthouder in Hardinxveld-Giessendam.
Het is ijskoud in de Wielwijk. Veel te koud voor hangjeugd en waarschijnlijk ook voor het dievengilde. Hier en daar trekt een schaatser nog wat laatste baantjes over het ijs. Ondanks de kou trekt Jorrit de Haas zijn hesje aan en begint aan zijn ronde. „Dat doe ik twee, drie avonden in de week. Daarnaast ben ik actief als coördinator. Al met al ben ik er een uur of tien in de week mee bezig.”
Het buurttoezicht in de Wielwijk ontstond twee jaar geleden. „Er werd ingebroken in onze wijk, 100 meter bij ons vandaan. Ik was toen pas veertien. Een vriend van me zei: Laten we een burgerwacht oprichten. Dat is uitgegroeid tot officieel buurttoezicht.”
De vrijwilligers lopen elke avond hun rondjes. In tweetallen. Op wisselende tijden en verschillende routes. „Anders wordt het voorspelbaar.” Het werk gebeurt met zes vrijwilligers.
Jorrit kan nog wel wat extra krachten gebruiken. „Het liefst van boven de achttien. Ik ben verreweg de jongste. En nog coördinator ook, ja. Een vriend van me deed dit eerst, maar hij werkt nu bij de marechaussee. Daar vonden ze het niet zo’n goed idee als hij dit in z’n vrije tijd erbij deed.”
De vrijwilligers doen om allerlei redenen mee. Sommigen voor hun gezondheid; ze maken een paar keer per week een fikse wandeling. Het doel is voor iedereen hetzelfde: het terugdringen van de overlast en de criminaliteit in de wijk.
De cijfers logen er een paar jaar geleden niet om in de Wielwijk. Veel inbraken en een hoop overlast door hangjeugd. De vrijwilligers komen alleen in actie als dat veilig kan.
„Bij lastige jongeren lopen we langs voor een praatje. En kapotte verlichting melden we bij de gemeente. Als we iets verdachts zien, waarschuwen we de politie of de wijkagent. We hebben hun telefoonnummers altijd bij ons en zij komen direct in actie. De afspraak is dat we niet zelf op criminelen afstappen. Daar branden we onze vingers niet aan. Of het spannend is? Soms wel, ja.”
De resultaten mogen er zijn: overlast en vernielingen zijn beduidend minder geworden. Het aantal inbraken blijft echter aan de hoge kant. „Dat heeft tijd nodig”, benadrukt burgemeester M. Wiebosch.
Ze is zeer te spreken over de vrijwilligers. „We zijn blij met hun inzet en steunen hen waar we kunnen. Geweldig dat er mensen zijn die zo veel hart voor hun omgeving hebben. Er is regelmatig contact en we hebben gezorgd voor een cursus waarbij ze leren omgaan met agressie. Hun aanwezigheid werkt preventief en als ze een verdachte auto in de wijk zien, wordt de politie gebeld. We houden de vinger aan de pols: de vrijwilligers moeten het werk niet al te leuk gaan vinden en zelf voor agentje spelen. Maar dat is zeker niet het geval.”
Ook wijkagent Dennis den Besten is enthousiast. „De aanwezigheid van extra ogen en oren in de wijk is zeer positief. Vanuit Buurttoezicht Wielwijk en sinds vorig jaar ook van Buurttoezicht wijk Peulen krijgen wij informatie over verdachte situaties, locaties waar jongeren samenkomen of parkeerproblemen, maar ook meldingen van defecte straatlantaarns en achtergelaten afval. Dat wordt aan de gemeente doorgegeven.”
Den Besten vindt dat er een mooie samenwerking is ontstaan tussen politie, gemeente en Buurttoezicht. „Samen werken we aan veiligheid en leefbaarheid. Dat bewoners zich hiervoor inzetten is fantastisch. Via het Buurttoezicht kan de politie meer in de wijk aanwezig zijn.”