Bodemschatten zitten Betuwse boomkwekers dwars
OCHTEN – Laanboomkwekers in de gemeente Neder-Betuwe houden hun hart vast. Europese regelgeving ter bescherming van archeologische schatten schrijft voor dat de kwekers uit het grootste laanboomcentrum van Europa hun schop niet verder dan 30 centimeter de grond in mogen steken. „En dan kun je geen bomen rooien.”
De bewuste regelgeving is al tien jaar oud, maar wordt nu actueel omdat de gemeente Neder-Betuwe bezig is de regels te vertalen naar lokale wetgeving, vertelt wethouder Keuken. De regels zijn gemaakt om archeologische bodemschatten veilig te stellen, maar houden geen rekening met de dagelijkse praktijk van de talrijke boomkwekers in het gebied. „Als we een zware laanboom uit de grond willen halen, moeten we zo’n 80 centimeter diep graven”, zegt boomkweker en vicevoorzitter van de boomkwekerijvereniging Jan Arends. „Wordt de wetgeving van kracht, dan zal dit catastrofale gevolgen hebben voor de sector.”
Keuken: „Dat stelt ons voor een groot dilemma. Als we het Europese beleid letterlijk toepassen, kunnen de boomkwekers hun werk niet meer doen. Tegelijkertijd moeten we rekening houden met het archeologisch erfgoed.”
Amateur-archeoloog Kobus van Ingen kan dat alleen maar beamen. „Het gebied tussen Elst en Geldermalsen is het meest archeologierijke gebied van Nederland. Nadat de Romeinen uit deze regio vertrokken, heeft het water zo’n duizend jaar vrij spel gehad. Hierdoor liggen de overblijfselen van hun nederzettingen onder een laag klei; centimeter voor centimeter afgezet door de Nederrijn.”
In die klei zit tegelijkertijd het probleem. Tegenwoordig verhandelen boomkwekers hun bomen namelijk steeds vaker met kluit en al. Logisch, zegt ook Van Ingen. „Zo is de kans des te groter dat de boom na het overplanten aanslaat.” Toch ziet de archeoloog liever dat de bomen zonder kluit naar de veiling gaan. „Schud je de wortels en de grond los, dan blijven eventuele archeologische resten liggen waar ze horen. Als de boom met kluit en al wordt verwijderd, wordt ook een hele hap grond ingepakt voor de export. Zo kunnen archeologische resten terechtkomen in Noord-Holland, Duitsland of Engeland.”
De eventuele problemen voor kwekers zullen vooral ontstaan als ze hun areaal willen uitbreiden, zegt wethouder Keuken. „Als een kweker grond wil pachten of kopen, is er een onderzoeksverplichting om vrijgesteld te worden van de maximale verstoringsdiepte van 30 centimeter.” Voor zo’n onderzoek zijn verschillende grondboringen nodig en de kosten hiervoor liggen rond de 3500 euro. Volgens de regelgeving moet de verstoorder, de kweker dus, hiervoor opdraaien. „Maar dat heeft nadelige consequenties voor de grondprijs”, benadrukt archeoloog Van Ingen. „Kwekers kunnen immers niet direct na aankoop of pacht aan de slag. In sommige gevallen is de grond hierdoor zelfs helemaal niet meer geschikt voor de boomkwekerij. Er zal extra onderzoek moeten worden gedaan en soms zijn opgravingen nodig.”
Voor alle percelen in de gemeente bij elkaar kunnen de onderzoekskosten oplopen tot 20 miljoen euro. Allemaal voor rekening van de kwekers. Jan Arends, eigenaar van 50 hectare grond, waarvan 30 met een hoge archeologische verwachtingswaarde, moet er niet aan denken. „Wanneer ik alles moet laten onderzoeken, kan ik mijn knoopjes tellen.”
Volgens wethouder Keuken is het zaak dat de regelgeving per gemeente verschillend kan worden toegepast. „Maatwerk is nodig.” Samen met de Boomkwekerijvereniging en de Historische Kring Kesteren stelde Keuken voor om de bestaande boomteelt vrij te stellen van onderzoek, maar dat slikte de provincie niet. „Enerzijds begrijpt men de grote economische waarde van de laanboomteelt, maar de wetgeving rond archeologie kan niet zomaar worden gepasseerd.”
Een nieuwe oplossing is nog niet direct voorhanden. Volgens Van Ingen moeten archeologen en kwekers met elkaar in gesprek. „We weten aardig waar de resten van de Romeinse vestingen liggen. Eigenlijk zouden we met de kwekers moeten afspreken dat ze op die locaties een grens van 50 centimeter honoreren.” De boomkwekerijvereniging zegt daar niet direct nee tegen, aldus vicevoorzitter Arends. „We houden alle opties open.”
Wethouder Keuken voelt meer voor het handhaven van de 30 centimerregel, maar wil daarbij wel de voortzetting van de kwekerijen waarborgen. „We kunnen het ons in deze tijden niet permitteren om internationale bedrijven op slot te gooien.”