Vorst kan weerman niet streng genoeg zijn
LOSSER – Hoe harder het vriest, hoe meer plezier Johan Effing (77) van weerstation Losser beleeft. „Vijftien graden onder nul en harde wind: dan is een weerman in zijn element.”
„Bijzonder”, zegt Effing dinsdagmiddag aan de keukentafel in Losser, een dorp ten oosten van Enschede. De meetapparatuur achter zijn woning heeft eerder op de dag min 15 graden Celsius geregistreerd. Voor Losser een record deze winter. Toch slaat de ervaren weerman er niet van achterover. „Ik heb dit al zo vaak meegemaakt. Het is absoluut nog geen strenge winter.”
De weersomstandigheden kunnen de Twentenaar niet extreem genoeg zijn. „Voor een weerman is een storm nooit te zwaar, de vorst nooit te streng en is het nooit te warm.”
De huidige winter kan nog niet tippen aan de ijzige periode in 1996/1997. Op 4 januari 1997 werd voor het laatst de Elfstedentocht gereden. „Het hogedrukgebied dat toen van Groenland kwam en richting Scandinavië trok, had veel meer body dan het hogedrukgebied vanuit Centraal-Rusland waar we nu mee te maken hebben.”
De krasse Twentenaar kan geen genoeg krijgen van het weer. Op zijn website weerstationlosser.nl praat hij belangstellenden dagelijks bij. Deze koude dagen trekt zijn site extra mensen. „Vorige week kwamen er op één dag 3200 bezoekers.”
Apparatuur achter zijn woning en op het dak van het huis meet onder meer temperatuur, neerslag, windrichting, windsnelheid, luchtdruk en luchtvochtigheid. Via een ontvanger in Effings ‘weerkamer’ op de eerste verdieping worden de gegevens doorgezet naar een programma op zijn computer.
Effing verzorgt niet alleen iedere morgen een weerpraatje op zijn website, maar stuurt ook elke avond een nieuwsbrief naar enkele tientallen zogeheten weergenoten, mensen uit allerlei vakgebieden die geïnteresseerd zijn in het weer. „Het gaat bijvoorbeeld om KLM-piloten, iemand van Omroep Brabant, en een oud-docent meteorologie.”
Dagelijks stapt hij op de fiets om foto’s te maken die met het lokale weer te maken hebben. Die stuurt hij door naar andere weerliefhebbers en zet hij op zijn site. „Ik maakte een paar jaar geleden na een storm foto’s van omgewaaide bomen bij Oldenzaal. Die foto’s op de website zijn 17.000 keer bekeken.”
Al vroeg was Johan Effing geboeid door het weer. In zijn jonge jaren kocht hij een regenmeter. „Voor 10 gulden. Moeder zei: „Jong, je kunt dat geld wel beter gebruiken.” In Losser bouwde hij een naam op. „Ze noemden me de waterdokter.”
Zo’n vijftig jaar geleden begon Effing zijn regenwaarnemingen, via de bekende weerman Jan Pelleboer, aan een breder publiek door te geven. „Eerst in de krant, later via de radio. Bijzonderheden kon je doorbellen. Een stortbui, zwaar onweer met hagel. Als je geluk had, stonden je naam en woonplaats in de krant.”
Barre winters kunnen de Twentenaar en zijn vrouw Elfriede zich nog goed heugen. De winter van 1947. „Er verscheen een cartoon in de Volkskrant: een man hakt met een bijl in op een radio. Hij kon de berichten over de aanhoudende vorst niet meer horen.” De winter van februari 1956. „Ik was als marineman gelegerd in Doorn. Het vroor 17, 18 graden. We lagen in een grote zaal met één potkacheltje. ’s Morgens waren je deken en je scheergerei bevroren.” De roemruchte winter van 1963. „We waren net getrouwd en woonden in een boerengemeenschap. Op 18 januari, mijn verjaardag, won Reinier Paping de Elfstedentocht. Er woedde een sneeuwstorm.”
Effings belangstelling voor het weer leidde soms tot hilarische taferelen. „Ik had een grasminimumthermometer aangeschaft. Daarmee kun je de temperatuur net boven de grond meten. Vlak boven het sneeuwdek koelt het extra af. Op een avond ging ik op de fiets, met een zaklamp, naar die thermometer. Het ding stond in het weiland van een vriend. Ineens kwam de politie me achterna, de schijnwerper op mij gericht. Ze dachten dat ik aan het stropen was.”
Op zijn weerkamer beweegt Effing de muis over het bureaublad. Het beeldscherm vult zich met cijferreeksen en tabellen. Hij klikt op het sjabloontje van een Russische weersite. „Ik kijk er vaak op. Je drukt op de vertaalknop en er gaat een wereld voor je open.”
Nog altijd leert de weerman uit Losser, geridderd en erelid van de Vereniging van Weerkunde en Klimatologie, nieuwe zaken over het weer. „Pas kregen we van een oud-docent meteorologie uitleg over lage luchtvochtigheid in de winter. Dan komt natuur- en wiskunde om de hoek kijken en ontstaat discussie tussen de liefhebbers.”
Zijn vrouw Elfriede steekt haar hand omhoog. „Vijf uur per dag is hij bezig met het weer. Johan ondergaat de sneeuw via de computer. Ik zie de sneeuw door het keukenraam in het echt vallen.” Haar ogen twinkelen. „Iets ondeugends: als in een winter de eerste sneeuw valt, kussen we elkaar. Voor het keukenraam.”