Ministerie: Drents hulptransport Irak onverantwoord
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de stichting “Drenthe voor Irak” woensdag in een brief opnieuw gewaarschuwd voor een hulptransport door Irak. Een woordvoerder noemde het initiatief op dit moment onverantwoord.
De stichting wil maandag drie vrachtwagens laten vertrekken. De bedoeling is via Turkije naar de Noord–Irakese stad Kirkuk te reizen. Vandaar moet het konvooi verder naar het zuiden. De medische apparatuur, waaronder drie operatiekamers, is bestemd voor een ziekenhuis circa 100 kilometer ten noorden van de provinciehoofdstad As Samawah.
De drie nog vrijwel nieuw ogende vrachtwagens zijn in Irak onbekend en zullen zeker opvallen. „Al eerder zijn minder opzichtige vrachtwagens en hun bestuurders verdwenen", luidt de waarschuwing.
In de brief wordt een beroep gedaan op voorzitter Althuis van de stichting het transport van medische apparatuur en voedselpaketten alsnog uit te stellen. Als de stichting de hulpactie toch wil doorzetten, kan ze niet rekenen op hulp van Buitenlandse Zaken of van Defensie.
Iets anders is als het konvooi in de problemen komt. Dan zal de ambassade in Bagdad consulaire bijstand verlenen. Maar dan zou de stichting er goed aan doen om van te voren alle persoonsgegevens van de teamleden bij het ministerie bekend te maken.
Uit de brief blijkt dat een medewerker van de stichting, Faris Alwasity, tijdens een bezoek aan de Nederlandse ambassade in Bagdad al eerder het dringende advies had gekregen het transport uit te stellen. De wegen van noord naar zuid Irak zijn bijzonder gevaarlijk. Elke dag wordt er melding gemaakt van plunderingen en incidenten met gewapende bendes op alle toevoerwegen in een omtrek van 200 kilometer rond de hoofdstad Bagdad.
Aanvankelijk zag het er naar uit dat het advies zou worden opgevolgd. Het ministerie was daarom verrast dat voorzitter Althuis dinsdag bekend maakte het transport toch door te zullen zetten. „De verantwoordelijkheid ligt nu geheel bij hem," aldus het ministerie.