Mattheus van der Steen: Christenen zijn bang voor de Geest
„Christenen zijn bang voor de Geest. Hij past niet in het denkpatroon van mensen”, vindt Mattheus van der Steen, directeur van de evangelische hulp- en zendingsorganisatie ”Touch Reach and Impact the Nations” (Trin). „De satan heeft geen er bezwaar tegen dat mensen in de kerk zitten, maar o wee als de Geest hen raakt, dan heeft de satan een groot probleem.”
Stop met het gemakkelijke leventje als christen, adviseert hij. „Dat achteroverleunen, het allemaal maar best vinden. God kan veel meer uit je leven halen dan je mogelijk acht.”
Mattheus van der Steen legt in zijn kantoor in Harderwijk –een voormalig kerkgebouw van de Protestantse Kerk in Nederland– uit wat hem drijft. Ontspannen vertelt hij over zijn drijfveren, zo nu en dan heftig verontwaardigd over de felle kritiek die op hem en zijn werk wordt geuit. Hij beantwoordt rustig de kritische vragen die over het werk van Trin worden gesteld. Hij oogt jongensachtig met zijn 36 jaar, lacht zo nu en dan uitbundig. Een ouder voorgangersechtpaar uit Rotterdam is bij het gesprek aanwezig. „Ik doe nooit iets zonder hen als het gaat om belangrijke beslissingen”, zo verklaart hij hun aanwezigheid.
Kern van het werk van Trin is de nauwe band tussen Evangelie en genezing, aldus Van der Steen. „Evangelisatie en genezing horen bij elkaar. Heel simpel. Maar dat is geen eigen kunnen, daar heb je weer zo’n misverstand. Alles wat we op dit terrein doen, heeft Jezus gedaan. Híj heeft alles volbracht. Het is onverdiende gunst, hoe zouden we anders dit werk kunnen doen?”
De annalen van Trin maken melding van verschillende berichten van opwekkingen van doden. Is dat niet al te opzienbarend?
„Ik ben er zelf niet bij betrokken geweest, maar het is wel degelijk gebeurd. Opwekkingen van doden vonden plaats in Mozambique, Mexico en in diverse andere landen. Ik heb in Mozambique met dertien mensen gesproken die ruim drie dagen dood waren geweest. In Zuid-Afrika zijn medische rapporten hierover opgesteld. Het is bizar, maar het gebeurt echt en ook wereldwijd!”
U zegt: Genezing hoort bij het geloof. Maar als er geen genezing is, ligt het dan aan je geloof?
„Nee, want dan hangt alles weer van jóúw geloof af. We moeten juist naar Jezus kijken, Híj geneest. Geloof is wel een belangrijk aspect bij genezing. Dat betekent niet dat er altijd genezing is. Er zijn de afgelopen maanden diverse sterfgevallen in mijn familie geweest, vaak op jongere leeftijd, maar er is ondanks het gebed geen genezing geweest. Dat soort dingen gebeurt ook.”
U stelt in uw boek ”Durf te leven” God voor als een krachtbron Die voor iedereen beschikbaar is. Een dergelijke magische krachtbron lijkt wel erg ver van de Bijbelse God verwijderd.
„Het dagblad Trouw meldde dat Trin God als een supermens ziet. Nou, prima, zelfs een supermens plus! God is een grote krachtbron Die de gelovige op aarde zichtbaar moet maken. Hij is een Vader van ieder schepsel.”
Ieder mens is een kostbare parel in Zijn hand, schrijft u. Volgens de Bijbel is hij een besmeurde parel die verzoening nodig heeft.
„Er is een groot verschil tussen de periode voor en de periode na het kruis. Jezus is in onze ellende gekomen, daarom is alles veranderd. Ik geloof in de volledige vergeving van zonden.”
Voor ieder mens?
„Ja, absoluut.”
Maar als de mens God verwerpt?
„Het bloed van Jezus is voor iedereen beschikbaar. Jezus doet een handreiking, maar het is aan de mens om de keuze maken. Daarin ligt overigens de opdracht van alle christenen. Wij moeten kleine Christussen zijn om Zijn genade zichtbaar te maken. We dreigen mensen niet met de hel als ze geen keuze voor Jezus maken. Het is aan God de Vader wat Hij daarmee doet.”
Maar kán de mens de goede keuze maken?
„God heeft al een keuze gemaakt. Als de mens ingaat op Zijn uitnodiging, kan dat alleen door de Heilige Geest. Hij neemt het initiatief om de keuze te kunnen doen. Maar de mens moet wel de stap zetten en Jezus aannemen.”
U schrijft dat christenen het over de Vader en de Zoon eens zijn, maar niet over de Heilige Geest.
„Men is bang voor de werking van Geest omdat Hij niet in ons denkpatroon past. De Geest waait waar Hij wil. Ik maak onderscheid tussen kerkgangers die alleen maar deelnemen aan de eredienst en degenen die een levende relatie met de Heer hebben. Dat zijn de discipelen van Jezus die werkelijk de kracht van God ervaren. Veel mensen vinden het wel genoeg. Ze zijn christen, gaan naar de hemel, nou, dat is het dan.”
Ze zijn te lui?
„Nee, het is meer een kwestie van onkunde. Een dergelijk leven is onvoldoende, onder de maat. God geeft ons veel meer dan we denken.”
U legt de nadruk op zalving van God. Die lijkt vaak op een sterk emotionele aanraking.
„Zalving, wat een fantastisch woord! Jezus is de Christus, wat Gezalfde betekent. Hij maakt het mogelijk dat mensen de kracht ontvangen die Hij heeft.”
Toch klinkt het wel erg emotioneel, mensen vallen op de grond, zijn soms hysterisch.
„Het Evangelie is een kracht, een dunamis, die als elektriciteit door je heen gaat. God heeft een contactpunt nodig en dat is ons lichaam. Zo heb ik ook mijn bekering op 14-jarige leeftijd ervaren. God raakte mij diep persoonlijk aan, dat gaat niet aan je voorbij.”
Maar een sfeer van Trinbijeenkomsten waarin mensen tijdens speciale diensten lijken opgezweept te worden?
„Dat heeft niets met zalving te maken. Ik kom wel eens op bijeenkomsten waar het zo stil is dat je denkt: Is hier wel de Geest? Maar dan hoor je getuigenissen waarvan je denkt: Ja, dát is het. Mensen kunnen heftig reageren op de werking van de Geest, maar er zitten altijd mensen tussen die uit zijn op een hype. Maar anderzijds vraagt God van ons om de deur van ons hart te openen, niet op een kier te zetten. Toch blijft er altijd verwarring, wat van God en wat van het rijk der duisternis is.”
De stichting Heart Cry stelde dat bezoekers van Trinbijeenkomsten occult belast werden.
„Onbegrijpelijk, dat verwijt. Ik kan er alleen van zeggen dat de mensen op wie zij op doelen mogelijk al occult belast waren en dat dit op dergelijke bijeenkomsten openbaar kwam. Overal waar Jezus Zich manifesteert, komt de duivel ook en heeft er een krachtmeting plaats. Het gaat hier immers om de confrontatie met de duisternis. Vandaar dat er op dat moment ook bevrijdingen moeten plaatsvinden.”
Els Nannen kritiseert in haar boek over het bevrijdingspastoraat de eenzijdige focus op demonen.
„Wij focussen niet op demonen maar op Jezus. Het kan zijn dat mensen gaan gillen als ze van Jezus horen, maar dat gebeurt omdat ze gebonden zijn. Het is echter onzin om alle ziekten terug te voeren op demonen.”
U bent gestopt met de wekelijkse evangelisatiebijeenkomsten, de zogenaamde FireNights, in Harderwijk. Waarom en wat is ervoor in de plaats gekomen?
„Na ruim zeven jaar FireNights te hebben gedaan door het land zijn uit hieruit allerlei nieuwe initiatieven ontstaan. Je ziet nu door het hele land dat gemeenten en kerken FireNights organiseren of er een andere naam aan geven, een plek waar mensen gevuld worden met de Heilige Geest. De FireNights in Harderwijk hebben eigenlijk plaatsgemaakt voor de gemeente die elke zondag bijeenkomt. Ik ben samen met Lodewijk van Weerden voorganger van deze groeiende familiekerk ARCH in Harderwijk en steek daar nu mijn energie in. Daarnaast houden we als Trin maandelijkse miniconferenties in Harderwijk.”
De baptistentheoloog Henk Bakker beschuldigt Trin van welvaartsevangelie. Trin zou ”een Jezus die niet bestaat” verkondigen.
„Ongelooflijk, die kritiek. Ik heb het bewuste artikel in cv.koers pas twee maanden na verschijnen gelezen. Je hebt de neiging om dan ook zelf met modder te gooien, maar daarvoor ben ik bewaard gebleven. Ik schrijf duidelijk in mijn boek over de zegeningen van God die bedoeld zijn voor de hulp aan de allerarmsten. De rest van de meeste hoofdstukken gaat over de vraag hoe je je dromen in vervulling kunt zien gaan. De heer Bakker heeft trouwens nooit de moeite genomen mij persoonlijk te interviewen en mijn hart te leren kennen.”
U schrijft: „De Geest van God verdraagt zich niet met kritiek.” Maar een christen moet toch een kritische houding aannemen door de geesten te beproeven of ze uit God zijn?
„Ik ben in heel veel landen geweest, maar nergens is er in de wereld zo veel verdeeldheid onder christenen als in Nederland. De vruchten van de kritiek zijn dood, verderf en verdeeldheid. Natuurlijk kan kritiek nodig zijn, maar dan positief en niet door bakken vuil over de ander uit te storten. Het is een negatieve houding bij voorbaat: het zal wel niet goed zijn. De meeste christelijke bladen in Nederland zijn roddelbladen. Niet voor niets noemt de Bijbel de tong het gevaarlijkste lid. Als je de ander oordeelt, zul je met hetzelfde oordeel geoordeeld worden.
Kritiek oefenen wordt vaak gedaan door degenen die zelf niets uitvoeren. Ga zelf naar Uganda en help mensen die aan de rand van de samenleving verkeren. Het ergste van dit alles is dat niet ik, maar de organisatie wordt geraakt. Er wordt gefocust op een aantal genezingen in Birma, maar er wordt met geen woord gerept over de duizenden zielen die voor Jezus gewonnen zijn. Niets hoor je over de openheid voor het Evangelie en dat drie dagen lang met duizenden mensen God is aanbeden – mensen uit allerlei denominaties die voor het eerst in vrijheid bij elkaar waren. Het is fantastisch dat een groep uit Nederland uit verschillende kerken hierbij betrokken mocht zijn.”
Mattheus van der Steen
Mattheus van der Steen is verontwaardigd over de kritiek die vanuit christelijke kring over zijn organisatie Touch Reach and Impact the Nations (Trin) wordt geuit. Extreem charismatisch, welvaartsevangelie, ”een Jezus die niet bestaat”, onterecht geclaimde genezingen, zelfs heidense vereenzelviging van God met het spectaculaire. Het zal je allemaal maar gezegd worden.
In ”Durf te leven” (2011) beschrijft Van der Steen hoe een christen alles uit het leven kan halen, blokkades kan overwinnen en „het avontuur kan aangaan dat God voor hem heeft.” „Jezus heeft het verlangen dat jij, de kroon op Gods schepping, tot leven komt en in overvloed leeft.” Van der Steens slogan is: „Als je het onzichtbare ziet, kan God het onmogelijke doen”. Haast een variant op die van de beroemde baptistenzendeling William Carey: „Verwacht grote dingen van God. Onderneem grote dingen voor God”, maar dan wel vanuit een geheel andere theologische achtergrond.
Dat blijkt wel uit Van der Steens levensloop en roeping. Mattheus is zoon van een baptistenvoorganger en werd op zijn veertiende „geroepen door God.” In zijn boek ”Durf te dromen” beschrijft Van der Steen hoe hij schaatste in de Rotterdamse Weena-hal toen hij een stem hoorde. „Het was alsof er een warme vloeistof over mijn lichaam stroomde en ik herinner me dat de tranen over mijn wangen liepen. Diezelfde avond gaf ik mijn leven aan Jezus.”
Hij verhaalt over „wonderbaarlijke genezingen”, zoals van een vrouw met kanker. „We legden onze handen op, zalfden haar met olie en stuurden de kanker weg. Drie maanden later was ze compleet genezen.”
Hij beschrijft „profetische woorden” die anderen over hem uitspraken: „Jij zult een sleutelrol spelen in de eindtijd om een leger van mensen te trainen.” In het boek ”Durf te dromen” schrijft Van der Steen over een fysieke ervaring met de Heilige Geest: „Hij strekte zijn hand naar me uit en plotseling voelde ik zoveel elektriciteit door me heengaan dat ik niet meer op mijn benen kon staan en bám, daar lag ik op de grond. Uit mijn mond kwamen aparte klanken.”
Van der Steen wilde maritiem officier worden. Tegen alle adviezen in, omdat hij ternauwernood zijn mavodiploma haalde, begon hij aan die studie. Vijf jaar later stond hij op de brug van de ms Anastasis van de christelijke hulporganisatie Mercy Ships. Ieder jaar voer het schip naar een Afrikaanse haven, waar het een halfjaar voor anker ging om operaties uit te voeren. Evangelisatieteams trokken het land in om over Jezus te vertellen. Van der Steen deed daar op zijn vrije dagen aan mee.
Doorbraak voor een geheel andere levenskoers was een bezoek aan een sloppenwijk in Kaapstad. Toen hij de ellende zag, gaf hij zijn baan op en stortte zich in een nieuw avontuur: de oprichting van Touch Reach and Impact the Nations, een internationale christelijke zendings- en hulporganisatie die in verscheidene landen, zoals Uganda, Pakistan, India en Indonesië, wezen, weduwen, oorlogsslachtoffers en vluchtelingen helpt. Ruim 800 weeskinderen worden dagelijks door Trin geholpen en krijgen daardoor een toekomst.
Daarnaast organiseert hij regelmatig in binnen- en buitenland evangelisatiecampagnes en is hij een gewilde spreker in de evangelische en charismatische wereld. Hij woonde een tijd in Kosovo, waar hij hulp bood aan getraumatiseerde weduwen wier mannen in koelen bloede waren vermoord. Vele massagraven zag hij daar. Zijn hoofdkantoor bevindt zich in Harderwijk, waar zo’n twintig medewerkers het internationale werk van Trin begeleiden.
Mattheus van der Steen (36) is getrouwd met de van oorsprong Amerikaanse Rebekah en heeft twee zonen en een dochter.