De leraar werd in mei vorig jaar opgepakt nadat de leerlinge aangifte had gedaan. Hij legde een volledige bekentenis af.

S. kende de leerlinge door zijn functie van vertrouwenspersoon van het reformatorisch Wartburgcollege, locatie Marnix. Na een aankondiging van zelfmoord nam hij de leerlinge tijdelijk in huis, ook al vanwege problemen met haar ouders. Pogingen die de leraar ondernam om haar elders onder te brengen, mislukten. Tijdens het maandenlange verblijf in zijn woning ontstond een liefdesrelatie met seksuele contacten.

S. is intussen niet meer in het onderwijs werkzaam. Ook legde hij zijn ambt als ouderling in de Nederlandse Hervormde Kerk neer.

Officier van justitie mr. W. D. de Boer verweet S. dat hij het slachtoffer had gemanipuleerd. Daardoor was er volgens haar sprake van verkrachting. Hij beheerste haar leven. Zij was volledig afhankelijk. Om hem te plezieren, deed zij waar hij om vroeg. Eveneens zou hij het slachtoffer onder zware druk hebben gezet om niets naar buiten te brengen. Ook al vanwege de grote schade die hij aan het slachtoffer heeft toegebracht, vond de officier van justitie een celstraf op zijn plaats. S. is intussen onder behandeling.

S. ontkende dat er sprake zou zijn geweest van manipulatie. Naar zijn zeggen heeft hij nooit dwang toegepast. Zijn advocaat, mr. L. Quist, verwees naar de verklaring van het slachtoffer dat zij zelf ook initiatieven had genomen.

S. zei zich diep te schamen voor wat hij gedaan had. „Ik heb gezondigd.” Ook zei hij enorm teleurgesteld te zijn in zichzelf. Hij heeft openbare schuldbelijdenis gedaan en zei te hopen dat er gelegenheid komt om zijn spijt te betuigen aan het slachtoffer en haar familie. Advocaat mr. Quist stelde dat de vordering van 15.000 gulden van het slachtoffer niet-ontvankelijk is.

De rechtbank doet op 24 januari uitspraak.