OM ziet flitspaalbom als moordpoging
DEN HAAG (ANP) – De twee mannen die in de cel zitten omdat ze in oktober een bom aan een Voorschotense flitspaal zouden hebben gemaakt, worden beschuldigd van poging tot moord. Dinsdag moeten de 26-jarige Erik O. en de 32-jarige Jörn de V. in Den Haag voor de rechtbank verschijnen voor een niet-inhoudelijke zitting.
De bom aan de flitspaal aan de Voorschoterweg ontplofte nadat medewerkers van de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) het sein veilig hadden gegeven. Ze dachten dat ze het explosief onschadelijk hadden gemaakt en hadden hun bompakken al uit. Een van de EOD’ers raakte zijn hand kwijt door de explosie. Een andere EOD’er en een rechercheur raakten minder ernstig gewond.
Zondagochtend 23 oktober kreeg de politie rond half 4 een melding dat er iets vreemds aan de flitspaal hing. Het bleek om een zelfgemaakt explosief te gaan, dat rond half 8 ontplofte. Waardoor de bom toch nog ontplofte, is niet bekendgemaakt. In de dagen na de explosie deden de politie en de marechaussee uitgebreid onderzoek, onder meer in 20 woningen in de wijk Vlietwijk in Voorschoten.
Dat onderzoek mondde uit in de arrestatie van drie mannen, van wie er een is vrijgelaten. De twee anderen hebben hun betrokkenheid toegegeven.
De maximale straf voor een moordpoging is 15 jaar cel. Mocht de rechtbank na inhoudelijke behandeling van de zaak poging tot moord niet bewezen achten, dan is er volgens het Openbaar Ministerie (OM) nog altijd sprake van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met voorbedachten rade, waar hoogstens 12 jaar op staat. Ook beschuldigt justitie de twee ervan dat zij expres een ontploffing hebben veroorzaakt, waar maximaal 15 jaar gevangenisstraf op staat als die levensgevaarlijk is of het risico op zware verwondingen meebrengt.