Dat meldde directeur M. Sprenger vrijdag. Sprenger noemt drie redenen voor het succes van de fast ferry: „Sinds februari hebben we een extra stop in Krimpen aan den IJssel. Dat leverde 10.000 extra klanten op. Daarnaast hebben we in de spits een halfuurdienst ingevoerd. Ten slotte krijgen we na intensieve marketing eindelijk meer naamsbekendheid op de ’vechtmarkt’ van het openbaar vervoer.”

De fast ferry begon eind 1999 als driejarig proefproject om de bereikbaarheid van Rotterdam en de zogeheten Drechtoevergemeenten te verbeteren. Zoals afgesproken moet dit jaar 30 procent van de kosten worden gedekt en moeten 520.000 passagiers worden vervoerd. Dat aantal lijkt de fast ferry gemakkelijk te zullen halen.

Vanaf september kunnen kandidaat-kopers de exploitatie van de lijn voor een nieuwe periode overnemen. Sprenger richt zich nu op die aanbesteding en mijmert al over mogelijke uitbreiding van de fast ferry van Rotterdam naar Maassluis en bijvoorbeeld Capelle aan den IJssel en het DWL-terrein in Rotterdam.

Het succes van de fast ferry heeft ook een keerzijde. Een toezichthouder van Rijkswaterstaat meldt dat in de periode na de start van de dienst in 1999 dagelijks tientallen klachten over de sterke golfslag van de boot binnenkwamen. Dit aantal is intussen verminderd. Een waarnemend havenmeester van vereniging Drechtstad in de Wijnhaven van Dordrecht zegt dat de plezierjachtvereniging het vaargedrag van de fast ferry wil aanvechten.

„Er zijn nu inderdaad minder klachten, maar vooral oudere mensen schrikken als de boot langskomt. Hij vaart dan zo’n 40 kilometer per uur. Het gaat hier flink tekeer en de golven richten veel schade aan de steigers aan”, zegt deze. Volgens de havenmeester mindert de fast ferry bij de binnenvaartschepen wel flink vaart, omdat anders de trossen zouden breken.