Bij de beantwoording van die vragen liet het geheugen L. vaak in de steek. Zo wist hij niet meer waar hij precies was in de nacht van 15 op 16 juli 2010, toen Lam (57) om het leven werd gebracht en in stukken gehakt. Twee dagen later vond de politie de delen van het lichaam van het slachtoffer in een ondergrondse vuilcontainer.

In oktober 2010 arresteerde de politie de uit Hongkong afkomstige Wen L. Hij ontkent iets met de gewelddadige dood van Lam te maken te hebben. Hij zegt een vriend van het slachtoffer te zijn, voor wie hij in het verleden verbouwingsklussen heeft uitgevoerd.

L. lijkt niettemin veel meer uit te leggen te hebben dan hij tot dusver heeft gedaan. Hij is volgens de recherche op cruciale tijdstippen, onder meer aan de hand van nageplozen telefoonverkeer, op zijn minst in de buurt van de plaats van het misdrijf geweest, de woning van Lam boven diens afhaalcentrum aan de Mercuriusstraat in Amsterdam-Noord.

Ook zijn er sterke aanwijzingen dat hij oranje kleding heeft gewassen, een dag na de moord, in het huis van een vriend. Ooggetuigen hebben een Aziatische man in oranje kledij gesignaleerd bij Lams snackbar, in de nacht van de moord, én bij de vuilcontainer waar de stoffelijke resten zijn gevonden.

Het is de vraag of alle aanwijzingen genoeg zijn voor een veroordeling. Het Openbaar Ministerie heeft tijdens eerdere zittingen in de zaak al laten weten over genoeg bewijs te beschikken. Roof lijkt het meest waarschijnlijke motief.

Vrijdag zet de rechtbank het proces voort. Tot een afronding ervan kan het pas later komen, omdat experts nog een nader onderzoek naar vingerafdrukken moeten doen.