De vrouw kwam naar eigen zeggen als beste uit de bus in de sollicitatieprocedure voor een baan als secretaresse. Nadat zij tijdens het laatste arbeidsvoorwaardengesprek aangaf dat ze zwanger was, werd de procedure afgeblazen. Het bedrijf liet weten bij nader inzien toch een geschiktere kandidaat voor de functie op het oog te hebben.

De corporatie ontkent te hebben gediscrimineerd. Het bedrijf kon kiezen uit twee gelijk gekwalificeerde kandidaten, maar de vrouw in kwestie werkte via een uitzendbureau waaraan de corporatie een bemiddelingsvergoeding moest betalen als het haar zou aannemen. „Daarom hebben we voor de andere kandidaat gekozen”, aldus plaatsvervangend directeur Marcel Melissen.

Volgens de commissie heeft SCW echter niet kunnen bewijzen dat de zwangerschap geen rol speelde bij de afwijzing. „Wij zijn zwaar teleurgesteld in de uitspraak en herkennen ons niet in het geschetste beeld”, aldus Melissen. De corporatie legt zich desondanks bij de uitspraak neer.