De vangst van schol en tong, de twee belangrijkste vissoorten van de Nederlandse visserij, mag toenemen met 15 procent. Voor de vissoorten die met schol worden meegevist, zoals tarbot, griet, schar, bot, tongschar en witje, blijft het quotum gelijk.

Staatssecretaris Bleker noemt de uitkomst van de onderhandelingen „een goed resultaat.” „Dat we meer vis mogen vangen heeft te maken met de vangstbeperkingen van de afgelopen jaren waardoor de visbestanden zich konden herstellen. Dit toont aan dat lange termijn beheerplannen werken. Het toont ook aan dat de verduurzaming, die we samen met de Europese Commissie nastreven, economisch zijn vruchten afwerpt.”

De Nederlandse Vissersbond is kritisch over de bereikte resultaten omdat het aantal dagen dat vissersboten op zee mogen zijn, is gekort met ongeveer 10 procent. Dat komt neer op 4 weken en dat kan volgens voorzitter Johan Nooitgedagt van de belangenorganisatie de situatie met zich meebrengen dat „de quota niet kunnen worden vol gevist.”

De bond wil hierover op korte termijn een gesprek met Bleker.