De actie leidde niet tot verkeersproblemen. Er ontstonden volgens de ANWB nergens files. Zowel de verkeerspolitie van het KLPD als de belangenorganisatie van kleine transportbedrijven VERN, die het initiatief nam tot de prikactie, toonde zich na afloop tevreden over het verloop van de actie.

Hoeveel truckers meededen aan de actie, is onduidelijk. Volgens voorzitter Klaas de Waardt van VERN waren het er honderden. De verkeerspolitie zei daar geen beeld van te hebben, maar constateerde wel dat op tientallen locaties in Nederland sprake was van vrachtwagens die de ’actiesnelheid’ aanhielden.

Volgens de actievoerders heeft de inzet van Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs die tegen ’woekerlonen’ achter het stuur zouden worden gezet, oneerlijke concurrentie tot gevolg. Daarvan zouden vooral kleine transporteurs de dupe worden. Ook zou de verkeersveiligheid in het geding zijn omdat de chauffeurs uit onder andere Polen en Roemenië slecht zouden zijn opgeleid.

Doel van de actie was druk uitoefenen op de nationale overheid en de Europese Commissie om de problemen met Oost-Europese chauffeurs aan te pakken. Volgens De Waardt waren er maandagochtend in andere landen, zoals Denemarken, Noorwegen, Zweden en Duitsland, soortgelijke acties van truckers.

Hij zei nieuwe acties niet uit te sluiten als de problemen niet adequaat worden aangepakt. Dat worden wat hem betreft dan acties in „heel Europa.”

FNV Bondgenoten, de grootste vakbond in het wegtransport, en CNV Vakmensen deden niet mee aan de actie. Zij hebben de problemen rond de inzet van Oost-Europese truckers wel nadrukkelijk op tafel gelegd in het lopende overleg met de werkgevers over een nieuwe cao voor het wegtransport.