Binnenland

Eenhoorn wist niet van tweede verdachte Alphen

DEN HAAG (ANP) – De politie heeft enkele dagen na het bloedbad in Alphen aan den Rijn de ’tweede verdachte’ gevolgd met een observatie- en arrestatieteam, zonder dat burgemeester Bas Eenhoorn daarvan op de hoogte was. Het Openbaar Ministerie (OM) lichtte Eenhoorn pas in nadat de observatie een paar dagen later was opgeheven. Hij kreeg te horen dat die niet langer meer nodig was.

9 December 2011 15:16Gewijzigd op 14 November 2020 18:07
Waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (M) maakt de laatste stand van zaken bekend over de schietpartij tijdens een persconferentie in het stadhuis van Alphen aan den Rijn. Foto ANP
Waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (M) maakt de laatste stand van zaken bekend over de schietpartij tijdens een persconferentie in het stadhuis van Alphen aan den Rijn. Foto ANP

Eenhoorn was daardoor de eerste dagen in de veronderstelling dat schutter Tristan van der Vlis als enige betrokkene gold. Dat bevestigde Eenhoorn desgevraagd. „Het Openbaar Ministerie had alle recht om daarover met mij geen informatie te delen. Toch vind ik dat heel slecht, zeker gezien de rampsituatie die zich voordeed.”

Eenhoorn had die informatie graag gehad, om daarmee rekening te kunnen houden met zijn verhaal naar de mensen toe. „Dat vertrouwen alleen afgedwongen wordt door de wet was wel een eyeopener voor mij. Dat uiteindelijk pas na twee of drie dagen het OM mij alsnog op de hoogte bracht, is voor mij aanleiding temeer om te pleiten voor een bijzondere positie van de burgemeester nadat de officiële crisis is afgelopen.”

De tweede verdachte werd op 12, 13, 14 en 20 april door de politie gevolgd, omdat hij zou hebben geweten van de plannen van Tristan. Justitie wijst op rapporten waaruit blijkt dat er naast de schutter maar een andere verdachte is.

In het boek ”Drie minuten…” schrijft Eenhoorn dat de gemeente enkele uren na het incident op zijn gezag meldde dat er geen tweede dader was. De politie hield er die zaterdag voor 90 procent rekening mee dat er geen tweede dader was. „Ik heb toen heel snel geconcludeerd; dan is er geen tweede dader. Maar die zekerheid is er natuurlijk nooit, maar ik moest wel iets zeggen, ik moest wel iets doen. De inwoners waren immers bang.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer