Advocaat klaagt over observatie Robert M.
LEEUWARDEN (ANP) – Het touwtrekken over de observatie van Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, gaat onverminderd voort. Bepaalde de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) en week geleden dat het nachtelijke cameratoezicht van M. in zijn cel moest stoppen, nu is er ophef ontstaan over directe observatie van M. door bewakers.
Volgens M.’s advocaat Tjalling van der Goot is het cameratoezicht gestaakt, maar wordt M. sinds maandag op gezette tijden in de gaten gehouden door het luik in de celdeur. Daarbij gaat ’s nachts soms het licht aan, aldus Van der Goot.
De raadsman meent dat de directeur van de inrichting waar M. verblijft met deze zogeheten nachtstaatobservatie rechterlijke uitspraken probeert te omzeilen. Dergelijk toezicht mag alleen als er zorgen zijn over de gezondheid van de gedetineerde, aldus Van der Goot. Die zorgen zijn er niet. Juist daarom vond de RSJ dat het cameratoezicht moest stoppen, legt de raadsman uit. „Het enkele feit dat cliënt verdacht wordt van ernstige feiten in een omvangrijke zaak, rechtvaardigt geen observatie.”
Van der Goot wijst er op dat de beslissing om M. via het luik te gaan te observeren door de directeur niet op schrift is gesteld. Dat betekent, aldus de raadsman, dat M. in het duister tast over het waarom ervan.
Van der Goot heeft vrijdag een klaagschrift ingediend bij de RSJ, waarmee hij het huidige toezicht hoopt te kunnen opschorten. Hij vindt dat de inrichtingsdirecteur zich „een slecht verliezer” toont, doordat M. telkens procedures moet voeren tegen het toezicht. M. „wil niets meer dan behandeld worden als een normale gedetineerde”, aldus Van der Goot.
De RSJ zal naar verwachting volgende week uitspraak doen.