Economie

Het hellende vlak van de vlaktaks

De afgelopen jaren is van diverse kanten het voorstel gedaan om het Nederlandse belastingstelsel weer eens ingrijpend te herzien. En op zichzelf zijn daar goede redenen voor: het boxensysteem is niet ideaal en het stelsel kent veel aftrekposten en toeslagen.

Hans Stegeman
25 November 2011 18:48Gewijzigd op 14 November 2020 17:53
beeld ANP
beeld ANP

Zo was ik gisteravond bezig om de jaaroverzichten van de kinderopvang bij elkaar te zoeken voor de administratie van de kinderopvangtoeslag. Weer een vrije avond kwijt.

Vaak wordt geroepen om invoering van een vlaktaks. Daarmee bedoel ik dat alle belastingplichtigen over elke euro die ze verdienen, precies hetzelfde bedrag aan belasting betalen. Ik ben het daar niet mee eens. Als je een vlaktaks invoert, komt je er al snel achter dat een stijgend marginaal tarief wenselijk is: het hellend vlak van de vlaktaks.

De argumentatie van de voorstanders van de vlaktaks is de volgende. Als je het huidige stelsel neemt, inclusief alle aftrekposten, dan heb je al bijna een vlak effectief tarief over een groot deel van de inkomens. Daarnaast wordt gewezen op de elegantie en de eenvoud, waardoor op uitvoeringskosten kan worden bespaard, wat een bijdrage levert aan hogere economische groei.

Ook wordt er vaak op gewezen dat hervorming van de hypotheekrenteaftrek goed gepaard kan gaan met het invoeren van een vlaktaks. Het zijn immers vooral de hoge inkomens die profiteren van de hypotheekrenteaftrek en zij zullen ook het meest profiteren van een vlaktaks. Hierdoor is een belastinghervorming voor wat betreft inkomensgevolgen makkelijker te realiseren.

Tot zover de voordelen. De praktijk is helaas lastiger. Ten eerste ziet iedereen die serieus kijkt naar een vlaktaks dat een probleem aan de onderkant van de inkomensverdeling ontstaat. Werknemers moeten daar veel meer belasting gaan betalen. Dan duiken meteen weer toeslagen of kortingen op om die inkomenspolitieke problemen te vermijden. Je komt op een hellend vlak waarop je wegglijdt van de pure vlaktaks.

Dit wordt door sommigen, zoals het CDA, een sociale vlaktaks genoemd. Helaas ben je op dat moment een belangrijk voordeel deels kwijt, namelijk dat het administratief beter uit te voeren is.

Een ander nadeel van de vlaktaks is dat deze juist aan de onderkant van het loongebouw, waar veel mensen in deeltijd werken of helemaal niet participeren, het marginale tarief verhoogt. Juist lage inkomensgroepen zijn bij de beslissing om wel of niet te participeren op de arbeidsmarkt erg gevoelig voor wat ze netto overhouden. Een lager nettoloon beperkt het arbeidsaanbod en betekent minder economische groei.

Ook komt weer de discussie op of het toptarief juist niet omhoog moet voor veelverdieners, waarbij de meningen wat ”veel verdienen” betekent sterk afhankelijk zijn van de politieke kleur. Het CDA heeft het in het meest recente voorstel over 100.000 euro. Behalve dat een hoger toptarief natuurlijk totaal niet past in een vlaktaks, is het in hoge mate symboolpolitiek. Economisch maakt het niet heel veel uit en het levert niet veel aan belastinginkomsten op. Ironie is wel dat het CDA, onder het mom van een sociale vlaktaks, toch een progressief belastingstelsel propageert, maar dan vanuit inkomenspolitieke overwegingen. Het hellende vlak van de vlaktaks.

Dit wil niet zeggen dat je niets moet doen aan het stelsel. De hypotheekrenteaftrek, maar ook de huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag zijn voorbeelden van inefficiënt gebruik van belastinginstrumenten. Het maakt het stelsel ingewikkeld en zorgt ervoor dat de overheid de afwegingen van individuen verstoort, bijvoorbeeld door de relatieve prijzen van huren en kopen op de woningmarkt via het belastingsysteem aan te passen.

Maar inkomenspolitiek is en blijft bij herziening van het belastingstelsel cruciaal. In 2001 was 2,5 miljard euro aan lastenverlichting nodig om een nieuw belastingstelsel door de Kamer te krijgen. Er werden toen allerhande toeters en bellen opgetuigd om inkomenspolitieke redenen, waardoor een in essentie eenvoudig stelsel toch weer ingewikkeld werd.

Waar ik voor pleit is dan ook niet een vlaktaks. Deze is onhaalbaar en eerlijk gezegd ook niet wenselijk. Maar een vereenvoudiging en afschaffing van alle verschillende toeslagen zou een stap in de goede richting zijn. Dat levert vele Nederlanders in ieder geval weer een aantal vrije avonden op. En dat is ook welvaartswinst.

De auteur is econoom bij Rabobank Nederland.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer