Binnenland

Gissen naar geefgedrag christenen

GORINCHEM – Reformatorische christenen geven fors, evangelische christenen forser. Het rapport ”Trouw geven, eerlijk leven” vraagt om nader onderzoek. „Het blijft gissen naar de oorzaak van het grote verschil.”

Neline Floor en Gerard ten Voorde
24 November 2011 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 17:51
Foto ANP
Foto ANP

Woord en Daad en elf andere christelijke maatschappelijke organisaties presenteerden vandaag tijdens een symposium in Utrecht een TNS NIPO-onderzoek naar geef- en leefgedrag onder Bijbelgetrouwe christenen, van Gereformeerde Gemeenten tot charismatische kring. Evert Jan Brouwer, politiek adviseur bij Woord en Daad, geeft een toelichting.

Waarom dit onderzoek?

„We kregen vorig jaar signalen uit de SGP dat velen in toenemende mate sympathiek staan tegenover de gedachte om te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Dat is zorgelijk. Omdat er mogelijk sprake is van een trend, wilden wij daar zicht op krijgen. Verder zijn we als organisatie sterk bezig met duurzaamheid. We wilden weten hoe dat leeft in de achterban.”

En? Leeft het?

„Christenen doen ongeveer evenveel, en sommigen nog meer, aan duurzaamheid dan de gemiddelde Nederlander. Zij zien een duurzame leefstijl met oog voor eerlijke producten steeds meer als een alternatief voor giften. Goede doelen raken uit de gratie. Voor Bijbelgetrouwe christenen kunnen beide echter gewoon samengaan.”

Wil de achterban echt minder hulp voor de derde wereld?

„Dat ligt genuanceerd. Christenen lijken weinig vertrouwen te hebben in logge, bureaucratische ontwikkelingsprojecten van de overheid. Het vertrouwen in veelal kleine christelijke organisaties is echter onverminderd groot. We merken geen terugloop van onze inkomsten.”

Wat is de opvallendste uitkomst van het onderzoek?

„Het grote verschil in geefgedrag tussen kerkelijke groeperingen verrast ons. Evangelischen doneren fors meer dan reformatorischen. Het verbaast me dat het verschil zo groot is. Dat hadden we niet verwacht.”

Hoe verklaart u dat?

„Ik durf er geen stellige uitspraken over te doen. Het zou kunnen zijn dat evangelischen het geven van de tienden wellicht letterlijker nemen. Verder bevinden zich onder evangelische en charismatische christenen veel asielzoekers en migranten. We moeten niet onderschatten hoeveel geld zij overmaken aan familie en organisaties in het land van herkomst. En aan eigen zendingsorganisaties. Maar het blijft een beetje gissen.”

Anderen stellen wellicht dat evangelischen hun praktische roeping beter verstaan?

„Dat zou kunnen, maar dat durf ik zo niet te zeggen. Een goede verklaring heb ik niet voor de grote verschillen. Daarvoor is verder onderzoek nodig. Dit is een momentopname.”

Voor Woord en Daad lijkt het lucratiever geld te werven onder evangelischen.

„Wij krijgen de meeste steun uit de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland en in iets mindere mate van hersteld hervormden. We hebben geen plannen om de achterban radicaal te verbreden omdat evangelischen meer zouden geven.”

Angst dat geld niet goed terechtkomt blijkt voor christenen een barrière om te geven. Terecht?

„Eerlijke communicatie is belangrijk. Donateurs worden vaak overvoerd met successen. Dat leidt meestal niet tot meer vertrouwen. We vertellen tegenwoordig realistischer over onze projecten, ook als iets mislukt. Om iets te laten zien van de weerbarstige werkelijkheid.”

Het onderzoek ligt er. Wat nu?

„Het onderzoek laat zien waar we als organisatie staan en op welke terreinen we nog kunnen werken aan bewustwording. Vooral op het gebied van leefgedrag is er nog veel te winnen. Als je kerken onderling vergelijkt, blijkt een belangrijk deel van de leden eerlijke producten te kopen. Maar in behoudende kerken is het minder populair.”

Hoe krijg je refo’s aan de Max Havelaar?

„Het kost tijd, maar ik ben optimistisch. Eerlijke producten, altijd een links idee, sloegen in refokring niet aan. Het besef groeit dat onze naaste ver weg een eerlijke prijs moet krijgen. Tegenwoordig wordt fair trade veel minder geassocieerd met geitenwollensokken.”

Waarom al die nadruk op eerlijke producten?

„Wij moeten niet de situatie in de wereld willen verbeteren zonder in de spiegel te kijken. Daar proberen we mensen bewust van te maken.”

Wat heeft een koffieboer in de derde wereld daaraan?

„Binnenkort starten we de campagne voor vmbo’ers ”Wees eerlijk”: Wat is het verhaal achter je kleren, achter je consumptie? Wat doet je gedrag met leeftijdsgenoten in de derde wereld? We kunnen met onze leefstijl hier de situatie dáár beïnvloeden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer