Binnenland

Onderzoek: Evangelischen geven meer giften dan refo’s

UTRECHT – Evangelische christenen geven fors meer aan goede doelen dan mensen met een reformatorische achtergrond. Bijbelgetrouwe christenen doneren aanzienlijk meer geld dan doorsnee Nederlanders.

Van onze verslaggevers
23 November 2011 23:03Gewijzigd op 14 November 2020 17:50
Evangelische christenen geven fors meer aan goede doelen dan mensen met een reformatorische achtergrond. Bijbelgetrouwe christenen doneren wel aanzienlijk meer geld dan doorsnee Nederlanders. Foto RD, Henk Visscher
Evangelische christenen geven fors meer aan goede doelen dan mensen met een reformatorische achtergrond. Bijbelgetrouwe christenen doneren wel aanzienlijk meer geld dan doorsnee Nederlanders. Foto RD, Henk Visscher

Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd onderzoek van het gerenommeerde onderzoeksbureau TNS NIPO ”Trouw geven, eerlijk leven”, in opdracht van twaalf christelijke, maatschappelijke organisaties. Hoofdsponsor is Woord en Daad. „Niet eerder is een zo breed onderzoek gedaan onder Bijbelgetrouwe christenen naar leefgedrag en leefstijl”, aldus voorzitter Jan Lock van Woord en Daad.

Bijbelgetrouwe christenen geven met gemiddeld 69 euro per maand beduidend meer dan de gemiddelde Nederlander met 16 euro. De verschillen tussen de kerkelijke stromingen zijn echter ook significant. Charismatischen geven het gulst, maar ook Baptisten (70 euro) en overige evangelischen (82 euro) geven ruimhartig.

In orthodox-protestantse hoek geven de Nederlands Gereformeerden (79 euro), de Gereformeerd Vrijgemaakten (74 euro) en de Gereformeerde Bonders (62 euro) het meest. Daarna volgen leden van de Gereformeerde Gemeenten (56 euro), Christelijk Gereformeerden (53 euro) en hersteld hervormden (44 euro).

Onderaan staan PKN’ers, die zich niet rekenen tot de Gereformeerde Bond met 32 euro per maand. Een link tussen geefgedrag en inkomen blijkt niet uit het onderzoek. De gegevens over hersteld hervormden zijn wellicht niet helemaal betrouwbaar, omdat veel niet-actieve PKN’ers de categorie met de naam ”hervormd” hebben aangekruist, volgens Woord en Daad.

In het TNS NIPO-onderzoek, begin september uitgevoerd onder 1687 Nederlanders van 15 jaar en ouder, zijn de Gereformeerde Gemeente in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeente buiten beschouwing gelaten. Deze categorieën waren te klein om betrouwbare uitspraken over te kunnen doen.

Aanleiding voor het onderzoek is het feit dat ontwikkelingssamenwerking onder christenen niet meer vanzelfsprekend is. Eigenbelang doet ook onder christenen „volop” en „onverhuld” mee, aldus de Woord en Daad-voorzitter.

Binnen zowel de orthodox-protestante hoek als de evangelische stromingen stijgt het maandelijk gedoneerde bedrag min of meer evenredig met het inkomen. Bij PKN’ers (behalve de Bonders) en doorsnee Nederlanders is dat verband veel minder sterk. Verder doneren jongeren minder dan ouderen.

Bijbelgetrouwe christenen besteden tussen de 40 en 50 procent van hun donaties via kerk of diaconale hulp, een kwart tot een derde aan christelijke organisaties en 15 tot 30 procent aan niet-christelijke organisaties.

Veel christenen haken af als wordt geprobeerd op het gevoel te werken om zo geld te werven. Leden van de Gereformeerde Gemeente staan daar positiever tegenover en scoren relatief hoog op de stelling: ”Als ik geen geld doneer, zullen die arme kinderen doodgaan van de honger”.

Bijbelgetrouwe christenen wijken in dit opzicht behoorlijk af van de gemiddelde Nederlander. De burger scoort ”ruim bovengemiddeld” op alle redenen om geen geld te geven, en ”ruim ondergemiddeld” om wel een bijdrage te geven.

Christenen zijn over het algemeen tegen bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, een aanzienlijk deel denkt echter dat er van het gedoneerde geld veel aan de strijkstok blijft hangen. Vooral evangelischen zijn hierbij achterdochtig, terwijl Gereformeerd Vrijgemaakten vaker overtuigd zijn dat het geld wél goed terechtkomt.

De grotere betrokkenheid van christenen op goede doelen dan de doorsnee Nederlanders vertaalt zich echter niet direct in een afwijkende leefstijl en een ander consumptiepatroon. Het leefgedrag van christenen wijkt minder af van de gemiddelde Nederlander dan het geefgedrag.

In plaats van ‘ouderwetse’ ontwikkelingshulp kiezen doorsnee Nederlanders steeds meer voor het kopen van Fair Trade-producten. Goede doelen zijn bij hen uit de gratie. Bijbelgetrouwe christenen vinden echter dat geefgedrag en leefstijl elkaar niet hoeven uit te sluiten, concluderen de onderzoekers. Bij de bewustwording over een verantwoorde leefstijl is echter „nog veel te winnen”, aldus Lock.

Bijbelgetrouwe christenen denken sterker dan doorsnee Nederlanders dat de aankoop van eerlijke producten helpt bij het streven naar een betere wereld. Christenen zijn verder meer dan de gemiddelde burgers overtuigd van het nut van een bewuste levensstijl.

Bijbelgetrouwe christenen kopen iets vaker duurzame of eerlijke producten dan de doorsnee burger. Ruim 60 procent van de Nederlands Gereformeerden zet maandelijks eerlijke producten in zijn winkelmandje, meer dan de helft van de leden van de Gereformeerde Gemeenten koopt zelden of nooit eerlijke producten.

Christelijk Nederland kiest net zo vaak een vliegvakantie als de gemiddelde Nederlander. Alleen leden van de Gereformeerde Gemeenten en overige evangelischen nemen vanuit milieuoverwegingen het vaakst bewust niet het vliegtuig voor een vakantiereis.

Evangelischen tonen een significant grotere betrokkenheid op armoede, natuurrampen en milieu in de wereld dan reformatorischen. Bijna een kwart van de evangelischen en Nederlands Gereformeerden gaat bewust op zoek naar informatie hierover. „Er bestaat binnen deze groep meer actieve interesse in ontwikkelingen in de wereld”, concluderen de onderzoekers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer