Advocaat Zegveld vecht voor mensenrechten
AMSTERDAM (ANP) – Dat de staat wil schikken, hebben de weduwen van Rawagede vooral te danken aan hun advocaat Liesbeth Zegveld. De vrouwen van de mannen die in 1947 werden gedood in het bloedbad dat het Nederlands-Indische leger daar aanrichtte, vormen één van vele groepen en individuen van wie de Amsterdamse advocate de belangen behartigt.
In september bepaalde de rechtbank in Den Haag dat de staat aansprakelijk is voor de schade die de zeven weduwen hebben geleden. Het was het tweede grote succes dat Zegveld dit jaar ten deel viel. In juli gaf het gerechtshof in Den Haag haar al gelijk in de zaak van nabestaanden van de val van Srebrenica in 1995. Ook in deze zaak stelde de rechter de staat aansprakelijk, in dit geval voor de dood van drie moslimmannen.
Zegveld is gespecialiseerd in rechtsmiddelen voor oorlogsslachtoffers. Ze promoveerde in 2000 cum laude en is sinds 2006 hoogleraar internationaal humanitair recht aan de Universiteit Leiden. Ze is verbonden aan het advocatenkantoor van Britta Böhler in Amsterdam. In december krijgt ze de Clara Wichmannpenning voor personen die zich buitengewoon inzetten voor de mensenrechten. Haar kantoorgenoot Böhler ontving deze onderscheiding in 2005 ook.
Als advocaat van slachtoffers is Zegveld vaak betrokken bij strafzaken. Zo stond ze slachtoffers van de tot levenslang veroordeelde Rwandees Joseph M. bij. Ook eiste ze namens slachtoffers van gifgasaanvallen in Irak een schadevergoeding van de Nederlandse zakenman Frans van Anraat, die grondstoffen voor dat gifgas aan Irak leverde.