OM-baas raakt gevoelige plek
De hoogste baas van het openbaar ministerie, mr. J. L. de Wijkerslooth, bepleit meer zelfstandigheid voor zijn dienst. Daarmee raakt hij een gevoelige plek: de verhouding van het OM met de politiek in het algemeen en het ministerie van Justitie in het bijzonder.
Het voorval dateert uit de tijd dat Docters van Leeuwen de scepter zwaaide over het OM. De zwaarlijvige ex-BVD-directeur was nog maar nauwelijks ten kantore gearriveerd toen hij in de ochtendbladen uitspraken tegenkwam die hem allerminst bevielen. Ze waren afkomstig van zijn politieke baas, de toenmalige minister Sorgdrager van Justitie.
Docters liet zich onmiddellijk naar het ministerie brengen. Daar beende hij rechtstreeks naar de kamer van de minister. In afgemeten bewoordingen liet hij de verbouwereerde politica weten wat hij van haar uitlatingen vond. Een uur later keerde hij terug op zijn post, nog nadampend van woede. De bron van het verhaal, een functionaris die de gebeurtenis van nabij meemaakte, denkt nog steeds met groot genoegen aan het optreden van Docters terug.
Op zo’n emotionele uitbarsting zal de huidige OM-baas De Wijkerslooth niet gemakkelijk betrapt kunnen worden. Hij is veel ingetogener dan zijn voorganger. Discipline is zijn handelsmerk. Daar weten ze bij het openbaar ministerie intussen alles van.
Toen hij vier jaar geleden aantrad, trof hij een dienst aan in verwarring. Vooral de relatie met het ministerie van Justitie, toch altijd al een broze, liet veel te wensen over. In de periode-Docters was er voortdurend herrie in de tent. Ook had de reputatie van het OM forse deuken opgelopen. Zo had de IRT-affaire aan het licht gebracht dat de dienst nauwelijks vat had op het politieapparaat.
Jonkheer mr. Joan Lodewijk de Wijkerslooth de Weerdesteijn (56) was de aangewezen persoon om orde op zaken te stellen. Hij komt uit een geslacht van Utrechtse juristen en financiers, groeide op in een orthodox katholiek milieu en was jarenlang landsadvocaat.
Van zijn vader erfde hij het onkreukbare. Hij mocht niet met diens potloden spelen want die waren van de baas. In zijn Leidse studententijd keerde Joan zich tegen rouletteavonden en pornofilms.
Drie van de vijf kinderen uit het ouderlijke gezin kwamen op hoge posities terecht. Joans tweelingbroer Roelof is collegevoorzitter van de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Zijn zus, Madeleen Leyten-De Wijkerslooth, was lid van de Eerste Kamer voor het CDA, vice-voorzitter van de partij en lid van de Raad van State.
Zelf is Joan overigens PvdA’er, waarbij hij aantekent dat hij -anders dan veel partijgenoten- niet in het goede in de mens gelooft. Burgemeester Cohen van Amsterdam behoort tot zijn vriendenkring.
De Wijkerslooth eiste vanaf de eerste dag van zijn aantreden een bijna onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Alle neuzen moeten bij hem dezelfde kant op staan. Vooral in de begintijd grossierde hij in oekazes. Op eigenzinnige en publiciteitsbeluste officieren van justitie heeft hij het niet begrepen, zoals het ex-hoofd van het Amsterdamse parket, mr. Hans Vrakking, ondervond. Hij zag zich genoodzaakt vroegtijdig het OM te verlaten.
Naar buiten toe hield De Wijkerslooth zich lange tijd gedeisd. Dat leek hem geraden want het OM bleef een zorgenkindje. Wat bij de Tweede Kamer veel kwaad bloed zette, was de schikking die het OM trof met aannemers die zich bij de bouw van de Schipholtunnel op onoorbare wijze hadden verrijkt. Ze hadden voor de rechter gesleept moeten worden, vond de Kamer. Vers in het geheugen liggen nog de smadelijke nederlagen van de dienst in enkele spraakmakende processen, zoals tegen beursfraudeurs en moslimterroristen.
In de Tweede Kamer maar ook en vooral binnen de top van het ministerie van Justitie is daardoor de drang ontstaan om zich meer met het OM te bemoeien. In NRC Handelsblad van zaterdag gaf De Wijkerslooth aan dat hij daarvan niet gediend is. Hij zal een verdere inmenging niet dulden, zo luidde de boodschap.
Ondanks de ettelijke tegenslagen lijkt De Wijkerslooth zich dergelijke uitspraken te kunnen veroorloven. Hij heeft inmiddels bewezen zich staande te kunnen houden in de machtsstrijd met de top van het ministerie. „Zo’n top is per definitie een slangenkuil. In die kringen kun je alleen overleven als je listig genoeg bent”, zegt een vroegere directeur van het ministerie.
Bovendien zal minister Donner hem niet snel laten vallen. Die waardeert zijn standing en chique stijl, maar ook zijn vakkennis en leidinggevende capaciteiten. In een eerste reactie op het pleidooi van De Wijkerslooth zei Donner geen reden te zien om het OM zelfstandiger te maken. Voor het overige staat hij naar zijn zeggen altijd open voor een goed gesprek. Het is de vraag of hij zo gemakkelijk van de OM-baas af komt.