Uit dit document blijkt dat de Amerikanen om de arrestatie van K., alias Younis the Dutch (volgens de VS), vroegen, omdat ze willen dat Nederland hem aan hen uitlevert: „Verzamel (…) alle bezittingen van de voortvluchtige tijdens zijn arrestatie, die kunnen bijdragen als bewijs voor de verdenkingen tegen hem en draag die over tijdens de uitlevering.” De man werd in 2010 in Pakistan aangehouden en in april van dit jaar uitgezet naar Nederland.

De VS willen de Nederlander vervolgen voor terrorisme. Het land verdenkt de 24-jarige man van gevechtshandelingen tegen Amerikaanse troepen in Afghanistan. K. kreeg volgens eigen zeggen nooit de mogelijkheid om bijvoorbeeld in Pakistan te blijven. Zijn advocaat zegt dat hij gewoon door de Pakistaanse geheime dienst ISI en in het bijzijn van een Nederlandse diplomaat op het vliegtuig is gezet.

Toen K. naar het toestel werd gebracht, vertelde de ambassademedewerker volgens Seebregts niet dat hij op de ’terreurlijst’ van Amerika stond en dat hij daarom bij aankomst in ons land zou worden opgepakt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigt dat de ambassade wist van het uitleveringsverzoek en stelt dat de besluitvorming over de uitzetting bij Pakistan lag.

„Nederland was bij het nemen van deze beslissing geen partij”, meent het ministerie. Buitenlandse Zaken heeft K. niet op de hoogte gebracht over wat hem in Nederland stond te wachten. „Het waarschuwen van personen die verdacht worden van strafbare feiten voor vervolging maakt geen deel uit van consulaire bijstand. Vervolging is een zaak van Justitie.”

Seebregts plaatst kritische kanttekeningen bij de rol die Nederland bij K.’s 'vrijlating’ speelde. De Pakistaanse geheime dienst ISI, die volgens de advocaat zijn cliënt heeft gemarteld, begeleidde Sabir naar het vliegveld. „Daar aangekomen stapte een diplomaat van de ambassade in de auto. Hij voerde overleg met de ISI en ondertekende documenten, zodat K. op het vliegtuig kon stappen”, aldus Seebregts. Buitenlandse Zaken zegt dat K. naar het vliegveld is begeleid door de ambassade, op verzoek van Pakistan.

Tijdens zijn gevangenschap in Pakistan bezocht de Nederlandse consul hem twee keer. De eerste keer na 4,5 maand en de laatste keer een week voor vertrek. „De eerste keer zei de consul dat hij niet wist of Sabir iets in Nederland stond te wachten”, aldus de raadsman. Tijdens het laatste bezoek leek een vrijlating op handen, weet Seebregts… „Toen werd hem verteld: nee, er is geen enkel probleem met jou. Dan ben je vrij man.”

K. zegt zelfs nog dik 200 euro van de ambassade te hebben gekregen om zichzelf in Nederland te kunnen redden. Seebregts stelt dat het nooit duidelijk is geworden waarvoor K. in Pakistan heeft vastgezeten. „Hij heeft dat nooit officieel op papier gehad. Gewapende mannen haalden hem midden in de nacht uit zijn huis in Pakistan. Hij dacht toen dat zijn laatste uur had geslagen.”

De rechtbank in Rotterdam heeft inmiddels bepaald dat de uitlevering aan de VS is toegestaan; de zaak ligt nu ter beoordeling bij de Hoge Raad.