De extreem lage waterstand betekent niet dat de vaardiepte voor schepen ook lager is dan ooit, want de Rijn voert nog zo’n 840 kubieke meter per seconde af. Het vaardiepterecord staat op 620 kubieke meter per seconde in 1947. Sindsdien is de rivierbodem gezakt. De Maas voerde maandag bij Luik (België) nog maar 50 kubieke meter per seconde af, terwijl dat normaal in deze tijd van het jaar zo’n 200 kuub is.

De zeer lage waterstand heeft gevolgen voor de scheepvaart, die veel minder lading per schip kan vervoeren wegens de geringe diepgang. Daardoor is het drukker dan gewoonlijk op het water, terwijl tegelijkertijd de vaargeul smaller is. Op de IJssel geldt een passeer- en inhaalverbod. Op de Maas kan nog gewoon worden gevaren, aangezien deze regenrivier gereguleerd wordt met sluizen en stuwen. Voor een aantal sluizen in Maas, Rijn, IJssel en Waal gelden wel langere wachttijden voor het schutten.

Door de lage waterstand vallen woonboten en havens droog. Voor de Waalhaven in Nijmegen geldt een afmeerverbod. Er dreigen geen problemen met de watervoorziening, aangezien de vraag naar water in dit jaargetijde veel lager is dan in voorjaar en zomer als er ook volop wordt beregend, aldus Rijkswaterstaat. Wel stijgt het chloridegehalte van grote oppervlaktewateren in West-Nederland. Dat is nog niet problematisch, maar de waterbeheerders houden de toestand in de gaten.