Hoogleraar Ivo Arnold: Vertrek uit eurozone niet realistisch
AMSTERDAM (ANP) – Een vertrek van de zuidelijke eurolanden uit de eurozone is niet realistisch. Het kost de resterende eurolanden veel geld en het helpt de vertrekkende landen niet verder. Dit zei hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Ivo Arnold donderdag tegen het ANP.
Voorstanders van een vertrek van Griekenland uit de eurozone stellen dat het land op die manier weer concurrerend zou worden. De nieuwe drachme zou volgens hen direct ruim de helft van zijn waarde verliezen, waardoor Griekse producten aantrekkelijk worden voor de export. „Maar dat wisselkoerseffect wordt veel te optimistisch ingeschat”, stelde Arnold. „Bovendien wordt het al snel ingehaald door een oplopende inflatie.”
De centrale bank van Griekenland zal volgens Arnold namelijk geneigd zijn de geldpersen aan te zetten om de staatsschuld af te lossen en de overheidsuitgaven te kunnen bekostigen. Dit jaagt de inflatie aan. Ook is met een vertrek uit de euro direct de stimulans verdwenen om de economie te hervormen, waardoor het concurrentievermogen van de Grieken op de lange termijn even belabberd zal blijven als het nu is.
Arnold wijst er verder op dat bedrijven uit Noord-Europese landen na de invoering van de euro veel hebben geïnvesteerd in de zuidelijke eurolanden. Dit maakt een vertrek van de Zuid-Europese landen uit de eurozone nog onaantrekkelijker. Leningen en staatsobligaties worden dan namelijk in de nieuwe valuta afgelost, waardoor investeerders in de praktijk naar een groot deel van hun geld kunnen fluiten. Bovendien moeten de Griekse banken overeind worden gehouden, omdat burgers bij een dreigend vertrek uit de eurozone hun harde eurotegoeden massaal van de bank zullen halen.
Ook de leningen uit het noodfonds zullen bij een Griekse euro-exit voor een groot deel niet worden afgelost. De Europese Centrale Bank (ECB) blijft op zijn beurt zitten met forse verliezen op staatsobligaties die het in de afgelopen anderhalf jaar heeft opgekocht. De overgebleven eurolanden zullen hiervoor moeten opdraaien.
Volgens de hoogleraar moet worden doorgegaan met het bieden van financiële steun in ruil voor economische hervormingen. „Maar er moeten grotere stappen worden gemaakt. Er wordt niet genoeg geld beschikbaar gesteld voor het noodfonds en het hervormingsproces in Griekenland en Italië verloopt veel te langzaam.”