2010:

2 mei: Premier George Papandreou maakt bekend dat Athene de komende 3 jaar 30 miljard euro extra bezuinigt in ruil voor noodkredieten ter waarde van 110 miljard euro. Het is de eerste reddingsoperatie voor een lid van de eurozone. De geëiste hervormingen en bezuinigingen leiden tot stakingen en geweld.

2011:

13 juni: Standard & Poor’s beoordeelt Griekse kredietwaardigheid als CCC, de laagste ranking in de wereld.

17 juni: Papandreou herschikt zijn kabinet. Zijn partijgenoot en rivaal Evangelos Venizelos wordt de nieuwe minister van Financiën.

21 juli: Leiders van de eurozone komen een tweede reddingspakket overeen dat tot 2014 bestaat uit zo’n 110 miljard euro afkomstig van regeringen en nog eens tot 50 miljard euro uit de private sector.

2 oktober: Uit cijfers van de Griekse regering blijkt dat Griekenland niet kan voldoen aan een doelstelling om de tekorten te verkleinen.

27 oktober: Leiders van de eurozone komen tot een akkoord met banken en verzekeraars om een verlies van 50 procent te accepteren op hun Griekse staatsobligaties.

31 oktober: Papandreou maakt bekend dat hij een referendum uitschrijft over het laatste hulppakket en verrast daarmee vriend en vijand.

2 november: Parlement steunt het referendum, maar Frankrijk en Duitsland laten weten dat Griekenland geen geld krijgt als het zijn verplichtingen niet nakomt.

3 november: Vijf ministers keren zich tegen het referendum.

4 november: Papandreou laat het referendumplan vallen.

6 november: Papandreou en oppositieleider Antonis Samaras worden het eens over de vorming van een regering van nationale eenheid die niet wordt geleid door Papandreou.

9 november: Premier kondigt aftreden op tv aan, maar partijen worden het toch niet eens over benoeming interim-premier.

10 november 2011: Lucas Papademos wordt alsnog tot interim-premier benoemd na 4 dagen van intensieve onderhandelingen.