Kuiper eist van SGP klare wijn
Prof. dr. R. Kuiper, directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, eist dat de SGP klare wijn schenkt over haar democratische gezindheid. De uitlatingen van de Urker gemeentesecretaris Bogerd zijn hem in het verkeerde keelgat geschoten.
Deze SGP’er zei onlangs dat het aan de macht komen van zijn partij het einde zou betekenen van de democratie in ons land. In een column op de website van de ChristenUnie grijpt Kuiper de „uitglijder” van gemeentesecretaris en Flevolands statenlid Bogerd aan om van de SGP als geheel helderheid te eisen over haar visie op de democratie.
Dat de SGP „voortdurend wegvlucht in de verzuchting dat zij ’worstelt’ met artikel 36 van de NGB”, begint hem enigszins te irriteren. „Men zou mogen verwachten dat een partij die zo lang worstelt met haar theocratische gedachtegoed er ook een keer uit is. Verder zou men mogen verwachten dat een partij die zo lang worstelt, geleerd heeft zich genuanceerder over delicate politieke aangelegenheden uit te drukken”, schrijft Kuiper.
De directeur van de Groen van Prinsterer Stichting is teleurgesteld over het gebrek aan ontwikkeling in het SGP-denken op dit punt. „Wat wordt er nu gedaan om in gesprek met anderen en met behulp van publicaties uit de kring van de ChristenUnie de impasse te doorbreken? Nul komma nul.”
Doordat „broeder Bogerd” zich bij zijn negatieve uitlatingen over de democratie op de Bijbel beroept, schaadt hij niet alleen zijn eigen partij maar ook de hele christelijke politiek, klaagt Kuiper. Het is in Nederland toch al een probleem dat orthodoxe christenen onterecht over één kam geschoren worden met orthodoxe islamieten. „In zo’n situatie extra voedsel geven aan verkeerde beeldvorming is erg onverstandig.”
De denker van de ChristenUnie zou graag willen weten welke consequenties het theocratisch denken van de SGP eigenlijk heeft. „Leidt de combinatie van de uitspraken van Bogerd over de democratie en het vrouwenstandpunt van de SGP tot intrekking van het vrouwenkiesrecht in Nederland als eerste regeringsdaad van de SGP? Welke antidemocratische maatregel zal daarop dan volgen?” vraagt Kuiper zich publiekelijk af.
Zijn „zeer forse reactie” stelt SGP-voorzitter Kolijn teleur. „Van hem had ik meer begrip verwacht voor de moeilijkheden die een christelijke partij ontmoet bij de vertaalslag van principes naar praktijk. Die moeten hem toch bekend voorkomen? Al te makkelijk zingt hij mee in het koor van hen die een neutrale staat voorstaan en ons vanuit die visie bekritiseren. Zijn opmerkingen doen me sterk denken aan de aanvallen van de oude AR op de SGP in de jaren dertig. Dat is ook niet zo verwonderlijk. De benadering van maatschappelijke vraagstukken door de ChristenUnie is vaak een neocalvinistische. Als Kuiper het niet met ons eens is, mag hij dat gerust zeggen, maar hij moet niet beweren dat wij geen, of slechts een onheldere, opvatting hebben.”
Elke suggestie dat de SGP niet democratisch gezind is, werpt Kolijn verre van zich. „Daar neem ik krachtig stelling tegen, ook wanneer een partijgenoot zich in die zin uitlaat, door bewust gekozen bewoordingen of door een wat ongelukkig weergegeven formulering. De democratie is voor ons niet het probleem, maar de onderliggende normen en waarden. In een van zijn laatste werken, over het boek Samuël, zegt Calvijn dat het een voorrecht is als een volk zijn eigen bestuurders kan kiezen. Verwijten over onze democratische gezindheid doen ons pijn. Wil men dan niet zien hoe wij ons al meer dan tachtig jaar in het Nederlandse staatsbestel hebben opgesteld?”
Als de SGP aan de macht kwam, zou er aan het stelsel van onze democratische rechtsstaat nauwelijks iets veranderen, zegt de partijvoorzitter. „Maar wij willen ons niet gemakkelijk afmaken van de Bijbelse opdracht dat alle overheden Gods dienares zijn. Dat ideaalbeeld willen we niet opgeven, dat is ons op de schouders gelegd. Zelfs in het verkorte artikel 36 staat dat de overheid het Rijk van Christus moet bevorderen. Hoe dat precies moet, daar worstelen wij mee. En voor die worsteling schamen we ons niet.”
Dat de SGP geen stap vooruitkomt, ontkent Kolijn. „In de loop der jaren is onze visie op de volksvertegenwoordiging wel degelijk veranderd. Over initiatiefwetgeving en dergelijke denken we anders dan in de tijd van ds. Kersten.”
De SGP is inderdaad geen voorstander van godsdienstvrijheid, maar daarmee vervalt de partij nog niet in tirannie, stelt haar voorzitter. „Gewetensvrijheid hebben wij hoog in het vaandel staan. En vrijheid van geweten kan niet bestaan zonder enige vrijheid van beweging. Denk aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Toen was er geen godsdienstvrijheid, maar wel een voor Europa ongekende vrijheid van geweten.”