Cactuskweker Hans Biesheuvel: Verliefd op een doornig bestaan
LEXMOND – Halverwege de jaren zeventig ging Hans Biesheuvel cactussen kweken. De vraag nam geleidelijk af, maar de alternatieve ondernemer uit Lexmond ging gestaag voort. Uit liefde voor de woestijnplant. „Ja, waarom? Waarom word je gek op een vrouw? Vertel het maar.”
De kas heeft zijn beste jaren gehad, maar de inhoud blijft boeiend. Op lange tafels staan zo’n 100.000 cactussen in pakweg 2500 soorten. Een deel is alleen bij Hans Biesheuvel (63) te vinden. De eigenaar van Cactus- en Boomkwekerij Lakerveld, in de gelijknamige buurtschap bij Lexmond, kweekte ze zelf. Parel binnen de collectie is zijn privéverzameling Astrophytum, waaronder honderden kruisingen. In de kruin van sommige planten liggen wattenstokjes. „Voor de bestuiving. Hybriden maken, zogezegd. Wat eruit komt is elke keer weer een verrassing.”
Tal van jaren werkte hij in loondienst als boomkweker, met een kort intermezzo als verzekeringsagent. In deze periode ging hij cactussen kweken. „Die waren toen erg populair.” Voor zijn producten bleek belangstelling te bestaan. In 1975 begon hij een eigen bedrijfje, waar hij sinds 1988 volledig van leeft.
Op een stuk land aan de overzijde van de weg begon hij een boom- en heesterkwekerij. Van specialisatie heeft hij een afkeer. „Ik heb hier zo’n 300 soorten staan en dat zijn er nog meer geweest. Financieel gezien misschien niet zo handig, maar het gaat mij om het plezier in het werk. Ik ben kweker, geen fabrikant.” Voor het oprichten van een bv voelde hij evenmin. „Als je onderneemt, moet je ook de risico’s dragen.”
Zijn capaciteiten als kweker zijn onomstreden. De Chinese magnolia’s die enkele jaren geleden op de markt kwamen, in alle mogelijke kleuren, kweekte hij op tot dakbomen. „Die bloeien zó mooi. En niemand heeft ze nog. Lonend is het niet, het gaat me om de uitdaging. Een zakenman ben ik nooit geweest.”
In de eerste jaren van het nieuwe millennium had hij desondanks drie Poolse personeelsleden en draaide hij een omzet van 450.000 euro. „Dat waren topjaren.” Door de crisis stortte de omzet van de boomkwekerij in. Als hij dit jaar voor 25.000 euro verkoopt, valt het hem nog mee. Daarin staat hij niet alleen. „De verkoop op de Boskoopse veiling in augustus, graadmeter voor de najaarshandel, was bedroevend. Ik heb het nog nooit zo slecht meegemaakt. Nee, het zit goed fout. Zolang de nieuwbouw in het slop zit, wordt het ook niet beter. En laten we mekaar maar niks wijs maken, de eerste vier, vijf jaar trekt de bouw niet aan. Integendeel, als ze de financiële problemen niet echt oplossen komt de grote klap nog.”
Met de cactussen is het al jaren armoe troef. „Tien jaar terug was het heel gewoon als er op een zaterdag 35 mensen langskwamen. Van heinde en ver. Nu mag je blij zijn als er twee per week komen. De cactus is uit de mode. Ik zit te wachten op de volgende piek. Rond 1845 was er een hausse in de belangstelling voor cactussen. Daarna rond 1890, rond 1935 en rond 1975. Het zou dus onderhand weer raak moeten wezen, maar ik zie er weinig van. Bij Succulenta, de Nederlands-Belgische vereniging van cactusliefhebbers, ben ik inmiddels een van de jongsten.”
Wat nog wordt verkocht, gaat grotendeels via internet. „Daar moet je tegen liefhebbers opboksen. Gisteren kreeg ik een aanvraag uit China. Ik ben foto’s wezen maken, die moet je verkleinen en doorsturen, dat kostte me de hele avond. Dan moet je nog maar afwachten of er een bestelling uit komt van misschien een paar tientjes. In Azië zijn cactussen wel populair, maar daar halen ze ze voornamelijk uit Japan. Dat land gaat op dit gebied aan kop.”
Hoewel hij nog maar amper een paar duizend euro per jaar aan zijn cactussen verdient, is de kweker uit Lexmond de helft van de tijd in de kas te vinden. „Ja, waarom? Waarom word je gek op een vrouw? Vertel het maar. Het overkomt je. Commercieel is dit natuurlijk niet handig. Ik begin elke dag om zeven uur, vaak ben ik tot ’s nachts halfeen bezig.”
De boomkwekerij gaat hij geleidelijk afbouwen. Het werk wordt lichamelijk te zwaar. „Ik ging ervan uit dat ik door de leegverkoop een aardig sommetje voor de oude dag zou hebben, maar dat valt zwaar tegen. Ik stop in de foute tijd.” Bij alle misère heeft hij één geluk. Met de bank heeft hij niet te maken. Op huis, bedrijf en bijbehorende 3 hectare grond rust geen cent hypotheek. „Daardoor zit ik m’n tijd wel uit. Gelukkig heb ik een achterdeurtje opgebouwd. Al had ik me het eind van de rit iets anders voorgesteld. Het steekt dat je mooie producten niet kwijtraakt.”