Protest bij bezoek Beatrix op Sint Eustatius
ORANJESTAD (ANP) – Niet iedereen op het eiland Sint Eustatius stond vrijdag juichend en zwaaiend langs de weg bij het bezoek van koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Posters die herinnerden aan de slavernij en een enkele besmeurde vlag van Statia, zoals het eiland door de eigen bevolking wordt genoemd, maakten duidelijk dat achter het zonnige uiterlijk van de ’parel van het Caribisch gebied’ ook problemen schuil gaan.
De posters waren opgehangen langs de route van de koninklijke stoet, maar het koninklijk gezelschap zal ze vanuit de bus niet hebben opgemerkt. De vlag met rouwrand was evenmin goed zichtbaar. Statianen die de koningin een petitie wilden aanbieden, waren gewaarschuwd dat niet te doen. Maar gezaghebber (burgemeester) Gerald Berkel zei in een toespraak dat in de gesprekken met Beatrix de moeilijkheden op het eiland niet onbesproken waren gebleven.
Zo is er op Statia verdeeldheid over de komst en de locatie van een tweede olieterminal voor Statia Terminals, een onderdeel van het Amerikaanse NuStar. Het eilandbestuur is voor, maar bij een deel van de bevolking heerst de angst voor ongelukken. Ook zou de terminal het toerisme nadelig beïnvloeden.
Voor de bouw moeten een historische plantagebegraafplaats en een cultuur-historisch belangrijk gebied wijken, aldus Walter Hellebrand, directeur van de Monumentenstichting van St Eustatius. Hellebrand, die vrijdag een korte ontmoeting had met het prinselijk paar, wil dat NuStar de bestaande faciliteit uitbreidt, in plaats van een tweede locatie te openen.
Andere zorgen heeft de nieuwe Nederlandse gemeente ook. De kosten van levensonderhoud zijn hoog, doordat vrijwel alle levensmiddelen vanuit Sint Maarten moeten worden geïmproteerd. Er is bovendien onvrede over de bemoeienis van uit Nederland overgevlogen ambtenaren. Die geven de Statianen het gevoel de zeggenschap over hun eiland kwijt te zijn. Blanke Nederlanders zeggen dat ze op straat worden uitgescholden. „Dat gebeurde voorheen nooit.”