Opleiding arts en specialist kan veel korter
De opleiding van specialisten, die nu tien tot twaalf jaar vergt, kan vijf jaar korter. Het is mogelijk op de scholing tot arts twee jaar te winnen, in het begin van de specialisatie drie jaar.
Dat stelt een commissie in een advies aan de ministers Hoogervorst (Volksgezondheid) en Van der Hoeven (Onderwijs). Bij de kortere opleidingen moet Nederland aansluiten bij de Europese regels, aldus het donderdag verschenen advies.
Artsen moeten verder routinewerk overlaten aan assistenten die als HBO-master zijn opgeleid. Daardoor worden de druk bezette artsen ontlast. Ervaring in andere landen leert dat patiënten tevreden zijn over deze nieuwe vorm van medische zorg, meldt de commissie.
De commissie constateert dat een arts die de te lange basisopleiding heeft voltooid vaak moet wachten totdat hij met een specialisatie kan beginnen. Commissievoorzitter M. Legrand spreekt van een „lek van drie jaar”.
Om het aantal artsen op te voeren wil de commissie het mogelijk maken zogeheten zij-instromers in de masteropleidngen toe te laten. Dat zijn studenten die in de eerste jaren aan de universiteit geen medicijnen maar een aanverwant vak hebben gestudeerd.
Volgens de commissie moet al in 2004 met de aanpassingen worden begonnen. Het veranderingsproces zou vier jaar vergen en 101 miljoen euro kosten. Daarbij is inbegrepen het verlies aan „productie” van de specialist tijdens zijn kortere opleiding.