De Bevrijding was nabij; de Duitse nederlaag onafwendbaar. Maar juist in die laatste maanden waren nog veel Nederlanders slachtoffer van Duitse terreur. Zoals de 263 mannen die werden doodgeschoten als represaille voor de aanslag op SS-generaal Rauter: 262 gevangenen, en ook een Duitse Oberwachtmeister die weigerde deel uit te maken van het vuurpeloton bij Woeste Hoeve. Daar werden „117 Vaderlanders door de Duitsche overweldigers, op gruwzame wijze vermoord”, zoals een houten herdenkingsbordje al snel na de Bevrijding te lezen gaf.

Bij Woeste Hoeve was in de nacht van 6 op 7 maart 1945 een Duitse personenwagen door het verzet onder vuur genomen. De inzittenden werden voor dood achtergelaten. Een van hen was de gehate Rauter. Hij overleefde.

Op 8 maart volgden de represailles: in Amsterdam, bij Woeste Hoeve, in fort De Bilt, bij Kamp Amersfoort. Op de Waalsdorpervlakte bij Wassenaar werden 38 gevangenen doodgeschoten. Een van hen was de 22-jarige Hoogewooning.

Zijn vader was kapitein; omgekomen bij een torpedoaanval. Freds moeder wilde dat haar zoon dicht bij huis begraven zou worden: in Heemstede.

Een vrouw uit Hilversum kwam er tijdens haar jaarlijkse bezoek aan Hoogewoonings graf achter dat het geruimd zou worden. Ze spoorde een schoonzus van de geheim agent op, die regelde dat Hoogewooning in Loenen zou worden herbegraven. Militairen van het 17e Pantserinfanteriebataljon Prinses Irene dragen hem donderdag naar zijn nieuwe graf.

Hoogewooning was Engelandvaarder. In juli 1944 slaagde hij erin om via Zweden naar Londen te komen. Hij werd ingelijfd bij de Nederlandse troepen en ingedeeld bij het Bureau Inlichtingen (BI). Daar werd hij opgeleid tot radiotelegrafist.

In de nacht van 30 op 31 december 1944 sprong hij samen met een andere geheim agent, Karel Christiaan (Robbie) Mooiweer, in de omgeving van Zwammerdam uit een vliegtuig. Ze hadden geld en verbindingsmiddelen voor de spionagegroep Albrecht meegekregen.

Beneden werden ze opgewacht door de knokploeg van Boskoop. De container maakte een harde landing op het ijs. Daardoor was een van de vier meegebrachte radiosets vernield. Ze waren bestemd voor het contact met Eindhoven –in het bevrijde zuiden– en Londen.

Hoogewoning seinde berichten naar Eindhoven. Daarvoor richtte hij op 6 januari 1945 in Utrecht een seinpost in. Hij ontving zijn inlichtingen van koeriers van de spionagegroep Albrecht. Tijdens de radiocontacten maakte hij gebruik van de codenamen Piet Groeneveld, Lammert, Lammetje en Lambert. Bij zijn contacten in het veld gebruikte hij de schuilnaam F. J. Smit.

Nadat de Duitsers zijn radiozender uitpeilden, werd Hoogewooning op 27 februari 1945 gearresteerd. Hij werd overgebracht naar het zogenaamde Oranjehotel in Scheveningen, waar hij ernstig werd mishandeld. Hoogewooning was 22 jaar toen hij werd gefusilleerd. Postuum werd hij onderscheiden met de Bronzen Leeuw en het Kruis van Verdienste.