Donderdagmorgen verdrongen zich de eerste duizenden bezoekers op de kades van het noordelijke havenstadje. Aangevoerd met pendelbussen vanaf de enorme parkeerplaatsen buiten de stad. Ze waren in afwachting van de komst van de grote windjammers. Zeker dertig ”tall ships” uit de gehele wereld arriveren donderdag in de noordelijke haven.

Delfzijl kan een beetje positieve publiciteit wel gebruiken, want de afgelopen jaren kwam het stadje herhaaldelijk in het nieuws vanwege de leegstand, de verpaupering en de noodzaak tot het afbreken van sommige buurten. Vorig jaar was het helemaal mis. De gemeente werd geteisterd door talloze bestuurlijke affaires, gevolgd door een rapport van VROM over verwaarloosde milieuvergunningen. Ook had de Groningse gemeente driekwart van de bestemmingsplannen niet geactualiseerd.

Het leidde begin dit jaar tot het vroegtijdig vertrek van burgemeester E. Haaksman. Later traden ook de drie wethouders af nadat hun positie onhoudbaar was geworden. Interim-burgemeester A. Jorritsma, voormalig minister van Verkeer en Waterstaat, heeft nu het roer overgenomen.

Ook voor het hele noorden is Delfsail van belang. De provincie Groningen erkent dat, want dit jaar hebben Gedeputeerde Staten forse subsidies verstrekt. Tevens lagen er afgelopen weekend zo’n honderd schepen van het Varend Erfgoed afgemeerd in de historische binnenstad van Groningen. „Een verbreding van het evenement”, aldus de organisatie van Delfsail.

Hoewel de ”tall ships” vergezeld zijn van zeker 500 kleinere zeilschepen, jachten, traditionele schepen, stoom- en motorsleepboten, zijn de windjammers uit de zogenaamde A- en B-klasse nog steeds dé publiekstrekkers. Onder hen zijn bekende namen als de Khersones (Oekraïne), Mir (Rusland) en de Statsraad Lehmkuhl (Noorwegen). Daartussen vaart ook de Russische Kruzenshtern, met een lengte van 114,50 meter onbetwist de grootste. Uit Nederland ontbreken namen als de Clipper Stad Amsterdam, Eendracht en Swan fan Makkum niet.

Na vanavond ligt de haven nog drie dagen bomvol met (zeil)schepen. Ondanks de saaie loodsen van Wagenborg, een foeilelijke containerterminal en een nare ’muur’ tussen het stadscentrum en de haven, is de locatie geschikt voor het maritieme festijn. Vooral de uitgestrekte kades lenen zich er prima voor om de honderdduizenden bezoekers een ruime blik op het afgemeerde fraais te laten werpen. Dankzij een uitgebreide verbouwing en verlenging met 600 meter kade is er halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw een komvormige haven ontstaan.

Toch verklaart dat niet het succes van Delfsail. Na een aarzelende start in 1986 heeft het noordelijke zeilevenement, dat om de vijf jaar wordt gehouden, zich snel een eigen plaats verworven. In 1991 was Delfsail al goed voor 350.0000 bezoekers, de vorige keer, in 1998, trok het maar liefst 650.000 mensen. Daarmee was het in dat jaar tevens het grootste Nederlandse publieksevenement. Was voor het evenement in 1998 een bedrag van 2,3 miljoen gulden beschikbaar, dit jaar heeft de organisatie een soortgelijk bedrag, maar dan in euro’s. Ook dat tekent de kracht van Delfsail.

De organisatie tast zelf ook enigszins in het duister over het overrompelende succes. Vast staat dat de planning perfect is (vakantietijd), dat Delfzijl geen parkeerproblemen kent en dat het havenstadje gunstig ligt ten opzichte van het noordelijk deel van Duitsland. Natuurlijk speelt ook het weer een rol. Maar vooral blijkt dat de nostalgie van de -gratis!- sails en het daarbijbehorende ”Michiel de Ruyter-gevoel” nog steeds een zeer groot publiek aanspreekt.

Volgens mevrouw Jeanette Blijdorp van organisatiebureau Upfront, dat in opdracht van de stichting Delfsail, het evenement organiseert, is het niet de bedoeling om Amsterdam naar de kroon te steken. „Dat gebeurt tenminste niet bewust.”

Wel mikt Delfsail duidelijk op het bevorderen van de trots van de inwoners van de provincie Groningen. „Dat staat ook in de doelstellingen, die zich verder richten op het tonen aan buitenstaanders van wat wij hier bezitten en op het verkleinen van cultuurverschillen. Dat laatste gebeurt door bemanningen uit de gehele wereld hier naartoe te halen.”

Als belangrijk voordeel daarbij noemt mevrouw Blijdorp de kleinschaligheid ten opzichte van -bijvoorbeeld - Amsterdam. Inclusief de aanpalende dorpjes telt het stadje nauwelijks 30.000 inwoners. „Iedereen is betrokken bij dit evenement. Het is een soort Koninginnedag die bijna een week duurt.”

De schepen blijven nog drie dagen in Delfzijl en zijn op gezette tijden te bezichtigen. Op en om de haven vinden talloze activiteiten plaats.

voetnoot (u17(Zie voor meer informatie www.delfsail.nl.