De gemeente wil een speciaal programma opstellen waarover ook inwoners van de stad meedenken, maakte het college van burgemeester en wethouders woensdag bekend.

Amsterdam was ooit mede-eigenaar van de West-Indische Compagnie, die een hoofdrol in de slavenhandel speelde. In de hoofdstad zijn nog veel herinneringen aan dit verleden, bijvoorbeeld in kunst en literatuur. Maar ook in persoonlijke geschiedenissen van mensen die afstammen van een slaaf, een slavenhandelaar of een plantage-eigenaar.

„De slavernij is niet op 1 juli 1863 verdwenen”, aldus GroenLinks-wethouder Andrée van Es (diversiteit en integratie). „In Amsterdam, waar veel mensen een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond hebben, speelt dat verleden nog steeds een rol. Daarbij is kennis van elkaars achtergrond belangrijk voor de verbondenheid tussen mensen in de stad. En in Amsterdam, met zijn 177 nationaliteiten, hebben we die verbondenheid hard nodig.”

Bij de herdenking van het slavernijverleden moet volgens het stadsbestuur ook een link worden gelegd naar moderne slavernij, zoals gedwongen prostitutie en kinderarbeid. Amsterdam betrekt ook binnenlandse groeperingen en buitenlandse steden die een historie hebben met de slavernij bij het programma in 2013.