Cultuur & boeken

”De Eerkroon” van L. Erkelens ontroert nog steeds

tekst Annemieke van der Wal-van den Berg
beeld RD, Anton Dommerholt

Annemieke van der Wal-van den Berg

21 October 2011 21:23Gewijzigd op 14 November 2020 17:16
Willemieke Kloosterman. Foto RD, Anton Dommerholt
Willemieke Kloosterman. Foto RD, Anton Dommerholt

Willemieke Kloosterman (29) uit Nunspeet ontdekte zo’n vijftien jaar geleden het boek ”De eerkroon” van L. Erkelens. „Toen ik de inhoud van mijn eigen (kinder)boekenkast gelezen had, struinde ik de rest van het huis af om iets leesbaars te vinden. Op zolder hadden we een inbouwkast vol met boeken uit mijn moeders kinder- en jeugdjaren. Op zondagmiddag ging ik vaak voor die kast zitten en zocht net zolang tot ik een boek had dat me wat leek.” Op die manier kreeg ze ”De eerkroon” in handen. Het betrof de eerste druk, uit 1957, met een „hopeloos ouderwetse buitenkant.” Maar de inhoud raakte haar en doet dat nog steeds.

Hoofdpersoon is Arriaantje (Arri) van Thesen, de dochter van een ongehuwde moeder die in het kraambed overlijdt. Arri groeit op in een weeshuis en komt op 16-jarige leeftijd als dienstmeisje in het huis van leraar Brion terecht. De mensen in haar om­geving weten dat Arri’s moeder ongehuwd was en laten het meisje daarom links liggen.

Ze heeft dan ook weinig vriendschappen. De enige met wie ze een beetje contact heeft, is de oud-directeur van het weeshuis. Hij probeert Arri duidelijk te maken dat ze niet minder dan anderen is vanwege haar afkomst en stuurt haar brieven, die Brion echter achterhoudt. Als Arri dat ontdekt, vertrekt ze uit Brions huis.

Het meisje komt terecht bij een jong gezin. Deze mensen veroordelen haar niet. Arri sluit vriendschap met de oudste zoon, die later predikant wil worden. Hoewel de vriendschap uitgroeit tot liefde, heeft Arri het gevoel dat ze het niet waard is om met deze jongen te trouwen, vanwege de schande die op haar rust.

Volgens Kloosterman groeit Arri op in een christelijke omgeving, maar ziet ze niet wat het geloof nu werkelijk inhoudt. Het gros van de mensen om haar heen kijkt het meisje met de nek aan. Dit maakt dat Arri zich afzet tegen het christelijk geloof. Ook worstelt ze met de vraag of God een vergevend God is. Ze vraagt zich af of de zonde van haar moeder ook haar aangerekend wordt.

Hoewel ze niet van zijn bestaan afwist, ontmoet Arri op een gegeven moment haar vader. Hij vraagt zijn dochter om vergeving voor het feit dat hij haar moeder heeft verlaten en omdat er door zijn schuld zo op Arri wordt neergekeken. Deze ontmoeting leidt ertoe dat Arri weer bij de kerk betrokken raakt. Kloosterman: „Ze ontdekt dat de Heere naar het hart kijkt en dat je afkomst er voor Hem niet toe doet.”

De Nunspeetse herleest het boek elk jaar wel een keer. De betekenis ervan groeit met haar mee, zegt ze. „Nu ik zelf een man en kinderen heb, denk ik er door dit boek over na hoe wij als gezin in onze om­geving staan. Veroordelen wij anderen, of laten we juist zien wat naastenliefde is? Ook zet het me stil bij de vraag hoe ik zelf naar mensen kijk die een bepaalde achtergrond hebben.” Wat Kloosterman echter vooral aanspreekt is „dat naam en roem er niet toe doen, maar dat het erom gaat dat je de eerkroon van de Heere ontvangen hebt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer