Robuust kaasmes straks onmisbaar
Het kabinet bespaart, maar de kritiek groeit dat het eigenlijk te weinig maatregelen neemt. Ondertussen loopt de regering om meerdere redenen gevaar om straks alsnog échte hervormingen te moeten treffen.
Achttien miljard euro; dat is het magische bedrag dat het kabinet deze regeerperiode wil besparen. Een bedrag dat terugkomt in welhaast ieder debat in de Kamer. Een bedrag dat ervan overtuigen moet dat het Rutte en de zijnen ernst is met het op orde brengen van de staatskas.
Een échte bezuiniging van 18 miljard betreft het overigens niet. De bezuiniging bedraagt met 8,75 miljard euro nét iets minder dan de helft. Daarnaast verzwaart de regering de lasten met ruim 6 miljard euro. De overige miljarden zijn te danken aan bezuinigingsmaatregelen die Balkenende IV al trof en door Rutte zijn overgenomen.
Om het ombuigingsbedrag van 18 miljard euro te realiseren voert het kabinet geen grote hervormingen door. Zoals bekend blijft de woningmarkt gevrijwaard van ingrijpende maatregelen, evenals de zorg.
Economen van de Rabobank toonden deze week aan dat het kabinet bij zijn bezuinigingsoperatie „de kaasschaaf” weer eens uit de kast heeft gehaald. Maar liefst 121 verschillende plakjes gaan er van de overheidskaas om het bewuste bedrag te bereiken; gemiddeld zo’n 160 miljoen euro per plakje/maatregel. Klein bier dus.
Had het kabinet de AOW-leeftijd maar versneld naar 67 jaar gebracht, verzuchtten de onderzoekers. Dát levert structureel 8 miljard euro op: een hele homp kaas in één snijbeweging.
Nu de economische ontwikkelingen eerder verslechteren dan verbeteren, kunnen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om het tekort op de overheidsbegroting niet te veel uit de pas te laten lopen.
Sowieso ontwikkelt het overheidssaldo zich al slechter dan eerder was verwacht. Wanneer het kabinet het begrotingstekort in 2015 zou willen terugbrengen naar de 0,9 procent van het bruto binnenlands product die bij de start van het kabinet nog werd voorzien, dan zijn in de komende jaren extra ombuigingen nodig ter waarde van 5 miljard euro.
Vooralsnog kan de overheid er vrijelijk voor kiezen dit na te laten. Volgens de cijfers die het Centraal Planbureau (CPB) rond Prinsjesdag bekendmaakte, loopt het overheidstekort in 2015 op naar 1,8 procent, in plaats dus van die 0,9 procent.
Volgens de eigen regels hoeft het kabinet pas in te grijpen wanneer het tekort 1 procentpunt hoger ligt dan eerder was voorzien. In andere woorden: het kan dus allemaal nog nét.
De huidige economische ontwikkeling geeft wat dat betreft wel te denken. Een besluit over nieuwe bezuinigingen zal het kabinet formeel echter pas komend voorjaar hoeven nemen.
Behalve bij het risico dat de economie de regering zal dwingen tot extra bezuinigingen, legden de economen van de Rabobank deze week de vinger bij een ander potentieel gevaar voor de regering: de vele garanties die de Nederlandse staat in de afgelopen jaren heeft afgegeven. Uit een overzicht dat het ministerie van Financiën vorige maand presenteerde blijkt dat de teller aan garanties en andere financiële verplichtingen inmiddels op 399 miljard euro staat. Daarvan bestaat een kleine 187 miljard daadwerkelijk uit garanties waarbij de overheid direct risico loopt, zoals die afgegeven zijn aan onder meer banken en aan het Europees noodfonds voor schuldenlanden EFSF.
Daarnaast staat de overheid op de rol voor 212 miljard euro aan zogenoemde achterborgstellingen, zoals in verband met de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Hierbij is het Rijk indirect blootgesteld aan risico’s: pas als de zakken van het fonds leeg zijn, zal de overheid bij moeten springen.
Het bijzondere aan garanties is dat het niet zeker is of ze tot problemen zullen leiden. Sommige garanties kunnen de overheid, doordat er een goede rente voor betaald wordt, zelfs geld opleveren.
Anderzijds staat buiten kijf dat de overheid niet garanties kan blijven afgeven, zoals dat in de achterliggende jaren is gebeurd. Immers, als het goed gaat zijn de garanties niet terug te vinden in het begrotingstekort of de staatsschuld. Bij een sterke verslechtering van de economische situatie kunnen de garanties echter wel degelijk worden ingeroepen en de overheidsbegroting verder onder druk zetten.
Op die wijze maken garanties de financiën van de overheid extra kwetsbaar voor een nieuwe economische neergang, stelt de Rabobank, wat een bedreiging kan zijn voor de lage rente die de overheid nu over de staatsschuld betaalt. Een robuust kaasmes is dan de enige remedie.