Binnenland

„Denk niet dat online pesten bij kinderen wel meevalt”

ENSCHEDE – Dat ‘slechts’ 4 procent van alle jongeren tussen de 9 en 16 jaar regelmatig gepest wordt op internet, is geen reden om te denken dat het probleem wel meevalt. Niels Baas, onderzoeker aan de Universiteit Twente, reageert hiermee op donderdag gepubliceerde cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Evert Barten
7 October 2011 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 17:01
Foto RD, Sjaak Verboom
Foto RD, Sjaak Verboom

Met name de manier van onderzoek zou de reden kunnen zijn voor het relatief lage percentage, aldus Baas. Zelf deed hij vorig jaar onderzoek naar het zogeheten cyberpesten onder kinderen van 11 en 12 jaar en kwam tot de conclusie dat de helft van de ondervraagde kinderen te maken had met online pesten.

„Als je een kind tijdens een gesprek vraagt of het wel eens gepest wordt op internet, zal het vanwege schaamte of gebrek aan vertrouwen meestal ontkennend antwoorden. Mijn ervaring is dat de echte antwoorden pas na vier of vijf gesprekken komen”, aldus de onderzoeker. Ook de manier van vragen stellen aan kinderen is bepalend voor de resultaten. „De term cyberpesten zegt een kind niets. Die heeft het over uitschelden, bedreiging, zich niet veilig voelen.”

Baas heeft het rapport van het SCP nog niet volledig gelezen. Ook de manier van vraagstelling is hem niet bekend. „Dat het SCP onderzoek doet, vind ik positief. Maar ik heb wel mijn twijfels bij de cijfers. Uit onderzoek blijkt dat minimaal 20 procent van de jongeren in aanraking komt met cyberpesten. Het SCP heeft het overigens wel over herhaaldelijk pesten; dat is nog wel een verschil.”

Baas pleit voor een spade dieper. „Laten we niet aan de cijfers blijven hangen, maar het echte probleem oplossen. Het gaat om de slachtoffers, die zich vaak onbegrepen voelen door volwassenen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer