„Ouder moet met kind praten over digipesten”
GRONINGEN (ANP) – Kinderen die op internet gepest worden, hebben daar ook vaak last van ’in het echte leven’.
Kinderen die te maken hebben met ’digipesten’ vormen niet een andere groep. Dat zei René Veenstra, socioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen donderdag in een reactie op een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau over pesten van kinderen op internet.
Volgens Veenstra overlappen de groepen elkaar. Scholieren die op het schoolplein gepest worden, zitten ook op allerlei fora op internet. „Ze willen erbij horen via bijvoorbeeld Hyves en Facebook. Ook daar worden ze dan uitgescholden, beledigd en als ’vriend’ buitengesloten. De groep die alleen maar via internet gepest wordt, is vrij klein.”
De socioloog vindt het belangrijk dat ouders, zeker als ze jonge kinderen hebben, een oogje in het zeil houden en hun kinderen wijzen op de risico’s. Ze moeten bijvoorbeeld hun kroost duidelijk maken niet iedereen als vriend te accepteren en niet in te gaan gaan op ’rare’ verzoeken via de webcam. Veenstra wil dat ouders meer met hun kinderen praten over digitale bedreigingen. „Je moet je afvragen of jonge kinderen wel online moeten zijn in de slaapkamer. Beter is het dat kinderen online zijn via bijvoorbeeld een laptop in de woonkamer, de ouders hebben dan meer zicht op wat er gebeurt.”